Ik begin met een uitleg over de platonische lichamen. Twee hiervan vormen het aardraster; de wiskundige kern van mijn verhaal.
De geschiedenis
Een platonisch lichaam is een regelmatig veelvlak vernoemd naar Plato, die deze vormen beschreef in de dialoog Timaeus (c. 360 v.Chr.). Er is echter bewijs dat deze figuren alle lange tijd voor de Grieken bekend waren. In Schotland zijn namelijk modellen gevonden van de lichamen die minstens 1000 jaar ouder dan Plato zijn.
We kennen er vijf: het viervlak, het zesvlak, het achtvlak, het twaalfvlak en het twintigvlak. Het is een driedimensionaal object dat bestaat uit congruente veelhoeken, de hoeken tussen de vlakken moeten gelijk zijn en de binnenste ruimte wordt geheel afgesloten. De hoekpunten hebben altijd dezelfde afstand tot het middelpunt.
We noemen het aantal zijden van elk vlak z, het aantal vlakken v, en het aantal ribben r.
Dan kunnen we stellen r = z * v / 2
Voorbeeld: het tetraëder à 3 * 4 = 12 à 12 / 2 = 6
Het aantal vlakken dat in een hoek samenkomt noemen we h. (alleen 3, 4 of 5) Het aantal hoekpunten is p: P = z * v / h
Voorbeeld: de kubus à 4 * 6 = 24 à 24 / 3 = 8
Nu gaan we kijken naar wat men het Schläfli symbool noemt, hiervoor veranderen we wel even de letters die we net gebruikten. Het aantal zijden per vlak is p en het aantal vlakken dat in een hoek samenkomt noemen we q.
Het Schläfli symbool: {p, q}
Elk lichaam heeft zijn eigen symbool.
Bijvoorbeeld: octaëder à {3, 4}
Hiermee kunnen we alle combinatorische informatie vinden. Zoals het aantal vlakken F, ribben E en hoeken V.
Omdat alle ribben eindigen in twee hoeken en twee vlakken raken kunnen we het volgende verband vormen: pF = 2E = qV
We houden ons aan deze benoemingen en komen bij het laatste verband, de formule van Euler: F – E + V = 2
Met deze verbanden kunnen we F, E en V geheel vaststellen:
4q
F = --------------------
4 – (p – 2)(q – 2)
2pq
E = --------------------
4 – (p – 2)(q – 2)
4p
V = --------------------
4 – (p – 2)(q – 2)
Waarom zijn er maar vijf regelmatige veelvlakken?
Er zijn een aantal manieren om uit te sluiten dat er meer dan vijf regelmatig veelvlakken zijn. Ik noem nu slechts degene die direct te begrijpen is en voor mij ook duidelijk illustreert wat er aan de hand is, ik kan me er een voorstelling bij maken.
Je kunt je bedenken dat wanneer je een model wil vormen dat een ruimte helemaal afsluit, het aantal graden van de hoeken die samenkomen in een vertex niet (meer dan) 360 graden mag zijn.
Dit gaan we controleren:
Tetraëder:
Drie driehoeken in een vertex => 3 * 60 = 180°
Octaëder:
Vier driehoeken in een vertex => 4 * 60 = 240°
Icosaëder:
Vijf driehoeken in een vertex => 5 * 60 = 300°
Kubus:
Drie vierkanten in een vertex => 3 * 90 = 270°
Dodecaëder:
Drie vijfhoeken in een vertex => 3 * 108 = 324
Zo kan het dus niet:
Zes driehoeken à 6 * 60 = 360°
Vier vierkanten à 4 * 90 = 360°
Vier vijfhoeken à 4 * 108 = 432°
Drie zeshoeken à 3 * 120 = 360°
Als we nu terugblikken op het symbool van Schläfli zien we vijf opvallende combinaties:
{3, 3} {4, 3} {3, 4} {5, 3} {3, 5}
Kristallen
Het tetraëder, octaëder en de kubus komen normaal allemaal voor in de structuur van kristallen. Hoewel het icosaëder en het dodecaëder niet voorkomen is er een vorm die we pyritohedron noemen. Deze bestaat uit twaalf vijfvlakken, in hetzelfde patroon als die van het dodecaëder. Echter zijn de vlakken niet regelmatig dus is de pyritohederon niet regelmatig. Het is een van de Radiolaria soort, waarvan sommige skeletten gevormd zijn als regelmatige veelvlakken, bijvoorbeeld: Circoporus octahedrus, Circogonia icosahedra, Lithocubus geometricus en Circorrhegma dodecahedra.
Na dit werkstuk kan begrepen worden dat men ook steeds meer geïnteresseerd is in de rasters die door het icosaëder en dodecaëder samen worden gevormd: het icosidodecaëder.
Duale veelvlakken: icosaëder en dodecaëder
icosidodecaëder
Het icosaëder en dodecaëder vormen zoals reeds bovengenoemd het icosidodecaëder. Het zijn dan ook duale veelvlakken: de ene kan worden ingeschoven in de andere door van elk zijvlak het middelste punt te nemen. Deze samenhang uit zich ook in de eigenschappen van de figuren:
Icosaëder
Dodecaëder
20 vlakken
20 hoeken
12 hoek
12 vlakken
3 vijfhoeken
5 driehoeken
30 ribben
30 ribben
15 symmetrievlakken
15 symmetrievlakken
31 symmetrieassen
31 symmetrieassen
De Klassieke Elementen
In zijn dialoog Timaeus bracht Plato de platonische lichamen in verband met de vier klassieke elementen, ingedeeld op het gevoel. Zo is de hitte van vuur scherp en stekend, herinnerend aan een tetraëder. Lucht gemaakt van een octaëder bestaat uit minuscule deeltje die zo glad zijn dat je ze nauwelijks kunt voelen. Het icosaëder, dat uit je hand vloeit als je het oppakt, alsof het kleine balletjes zijn, past bij water. Het laatste element, korrelig, a-sferisch en brokkelig zoals de aarde zich toont associeren we met de kubus. Plato geeft een kosmische functie aan het dodecaëder, terwijl Aristoteles het als vijfde element benoemd: de ether of spirituele geest, waardoor de hemel zou zijn ontstaan.
Vuur
Lucht
Water
Aarde
Geest
Hoofdstuk 2 Het aardraster
Wat is het aardraster?
Meerdere wetenschappers hebben reeds gewerkt aan het aardraster. Zo werden de ‘ Duivelsdriehoeken’ ontdekt door Ivan P. Sanderson. Het zijn driehoekige gebieden verdeeld over de aarde waar vreemde dingen plaats vinden.
Duivels driehoeken en Isocaëder
Vreemde dingen? Wie kent niet de verhalen over de Duivelszee of de Bermuda-driehoek waar schepen en vliegtuigen op mysterieuze wijze van de aarde lijken te zijn verdwenen. Van deze Duivels driehoeken bevinden zich er vijf op het Noordelijk halfrond, vijf op het Zuidelijk halfrond en twee bij de polen, dat zijn er in totaal twaalf die de hoekpunten van een isocaëder blijken te vormen.
Isocaëder
Drie Russchische wetenschappers voegde het dodecaëder toe aan het rasterpatroon.
Icosa Dodecaëder
Bethe Hagens, professor antropologie aan de ‘Governors State’ universiteit van Illinois vormde samen met William Becker het uiteindelijke aardraster; UVG 120 (Unified Vector Geometry 120 Polyhedron) ook wel de aardster genoemd.
Het aardraster blijkt perfect te kloppen met contouren van continenten, bergruggen, tektonische breuken in de aardkorst, ruggen op de oceaanbodem, vulkanen en oceaanstromingen. Zo vonden de russen een positie voor het raster waarbij een van de lijnen samen liep met de mid-atlantische rug. Toen was er geen stoppen meer aan. Een andere lijn liep langs de Nijl door de Grote Piramide. Ook zijn er grote afzettingen van minerale ertsen gevonden die vaak de ribben van het aardraster volgen en rijke olie afzettingen op de punten waar de ribben kruisen.
Dit verband tussen natuur en wiskundige vormen illustreert hoe beperkt onze kennis nog is, maar ook dat dit verband al in het bewustzijn van de eerste wijzen zoals Plato aanwezig was.
Een verklaring hiervoor zijn torsiegolven die de aarde binnenstromen, ondanks dat zij subtiel zijn kunnen ze collectief zeer krachtig zijn en zelfs in staat om reële geologische effecten te veroorzaken die wij kunnen waarnemen.
Op de hoekpunten van het isocaëder waar de Duivels driehoeken zich bevinden kunnen zich abnormale ethervortices vormen gedurende bijzondere interplanetaire uitlijningen die regelmatig plaatsvinden in ons zonnestelsel. Hierin herkennen we de bermuda-driehoek en bijvoorbeeld de Oregondraaikolk in de Verenigde Staten, waar wij worden bespeeld met tijd en ruimte. Hiermee is de bermuda-driehoek niet meer een legende en zou het de theorie van gasvorming kunnen bevestigen. Gas is immers een natuurlijk product. Een natuurlijke energie, die wanneer vrijgekomen met gemak een bootje doet zinken. Op andere locaties is het dus verstandig om ook naar natuurlijke vormen van energie te zoeken.
Er is vaak onderzoek gedaan naar de oorzaak van deze natuurlijke verschijnselen. Hiervoor werd een apparaat ontwikkeld dat we toepasselijk ‘Earth Gate’ noemen. Er konden vreemde waarnemingen worden gedaan, die veroorzaakt zouden worden door scalaire golven of torsiegolfvelden geprikkeld door de ‘Earthgate’ die als een soort acupunctuurnaald zou werken. De Earthgate prikt dus in de ribben van het raster om op die manier natuurlijke energie op te wekken en te begeleiden naar het aardoppervlak.
Een tweede theorie kunnen we onafhankelijk bekijken, maar misschien ook in samenhang met de theorie van het aardraster. Het gaat er om dat de kern van de aarde zou bestaan uit een kristal. In een kristal vinden de meest interessante gebeurtenissen plaats aan de knobbels en randen van het skelet. De periodieke activiteiten (verschijnselen) van het aardraster zijn bovendien in overeenstemming met opvattingen van geologisten en mineralogisten.
Zo kan een kristal overdekt met een isolerende laag van paraffine in een super verzadigde oplossing van een bepaalde chemische verbinding ervoor zorgen dat het kristal groeit volgens de structuur van het zaad, dus het skelet. Het is namelijk zo dat de informatie van de structuur wordt vastgelegd in de vorm van elektrische velden die niet door de laag worden geïsoleerd. De elektrische velden herken ik uit de aardrijkskunde les en verhalen over de Bermuda driehoek. Als je dit nou dus projecteert op de aarde wil dat zeggen dat een kristal in de aardkern de oppervlakte van de aarde vormt. Dat klopt met het feit dat geologische kenmerken in het aardraster passen.
De theorie van Wegener is dat vroeger alle tektonische platen aan elkaar zaten, dat is ook bewezen. Als je je voorstelt dat er toen nog niet zoveel water was als wordt aangenomen, kan de aarde inderdaad zijn gegroeid waardoor de platen uit elkaar zijn geschoven. Dan is het water een product van de aarde. Dan kan de aarde misschien ook dingen doen verdwijnen, of heeft zij slechts een creërende kracht en zijn wij degenen die vernietigen? Dan rest ons de vraag hoe de aarde dit water kan vormen, misschien kan verder onderzoek van kristallen ons dit laten zien.
We weten inmiddels zeker dat oude en ‘primitieve’ culturen reeds kennis moeten hebben gehad van deze theorieën over de subtiele aardenergieën en hun rasterpatroon. Wij hebben deze slechts herontdekt in onze 21e eeuw.
Het aardraster is in steen vastgelegd op de aarde. De aardrasterlijnen zijn leylijnen gemarkeerd door megalithische structuren zoals hunebedden, voorhistorische grafzuilen (menhirs) en steencirkels.
Getallen en posities
Sinds we het aardraster in kaart gebracht hebben is ook ontdekt dat piramiden, trappiramiden, heilige tempelcomplexen en steencirkels over de wereld zijn geplaatst op de knooppunten van het aardraster. Er zijn dan ook niet alleen piramiden in Egypte of Mexico, maar over heel de wereld. In het Engelse Silbury Hill, Italie en Duitsland worden nu ook piramidevormige heuvels aangetroffen.
Carl Munck stelde een mathematisch model op van de knooppunten van het aardraster. Hieruit blijkt dat de nulmeridiaan van de aarde in de Oudheid niet door Greenwich loopt, maar deze ligt precies waar de Grote Piramide is gebouwd. Dit is eigenlijk ook een veel specialer punt dan Greenwich, als we hier namelijk een cirkel trekken dan overtreft de hoeveelheid lang langs deze cirkel de hoeveelheid water veel meer op deze plek dan op enige andere plaats op de aarde. Water speelt dus blijkbaar een rol in deze structuur. Dat kan een bevestiging zijn van onze verwijzing naar de groei van de aarde.
De breedtegraad was in de Oudheid gelijk aan de hedendaagse breedtegraad: de Evenaar.
Munck ontdekte ook dat alle oudheidkundige bouwwerken hun positie in lengte- en breedtegraad van het aardraster hebben vastgelegd in hun fysieke eigenschappen. Als men deze visuele aspecten vermenigvuldigt levert dat een getal op dat gelijk is aan het product van het aantal graden, minuten en seconden van de exacte lengte- of breedtegraad van het bouwwerk.
Als voorbeeld nemen we de Maya piramide van Kukulkan bij Chichen Itza in Mexico. Deze piramide is opgebouwd uit 9 terrassen, 4 zijden, en 4 trappen; in totaal 365 traptreden. We gaan vermenigvuldigen: 9 x 365 x 4 x 4 = 52.560. De oude lengtegraad is 119 graden, 42 minuten en 10.51620648 seconden. Het product hiervan is wederom 52.560.
Een ander voorbeeld is Stonehenge, bestaande uit 60 stenen in een cirkel van 360 graden. We vermenigvuldigen: 60 x 360 = 21.600. De breedtegraad van Stonehenge is 51 graden, 10 minuten en 42,3529411 seconden, het product hiervan is weer 21.600.
Men kon vroeger dus heel precies positie bepalen, dat kunnen wij ook met de GPS, wij hebben er dus wel satellieten voor nodig. Zijn we werkelijk zo dom?
Met de informatie dat piramides etc. gebouwd zijn aan de hand van hun positie, zijn er onderzoeken opgestart naar het vinden van verloren steden. De zoektocht naar het verloren Atlantis, of andere oude beschavingen van Lemuria of Mu. Aan de hand van satellietbeelden lijken we een wereldomvattend megalithisch onderwater netwerk te hebben gevonden. Deze is onderling verbonden met supermegalithische bouwwerken waaronder piramides.
Uit welke tijd de ontdekte bouwwerken stammen is nog niet veel over te zeggen, er worden variaties genoemd van prehistorisch tot laat middeleeuws.
Duidelijk is wel dat al deze bouwwerken zowel boven als onder water toebehoorden aan een geomantische traditie die eens wereldbekend was.
De belangrijkste gebieden markeren de sterkste energielijnen in het aardraster, aangeduid door de Platonische tetraëder, de driezijdige piramide.
Deze gebieden liggen in het aardraster in de 0 graden lengtezone (Egypte, plateau van Gizeh) in de 120 graden lengtezone (Kukulkan, Meso-Amerika, Maya en Azteken Piramiden) en in de 240 graden lengtegraadzone (Japan, onderwater piramiden)
de tetraëder
Piramides
Er is altijd aangenomen dat piramides dienen als begraafplaats voor de farao’s. Echter in de Grote Piramide is nooit de mummie van een farao gevonden. In later gebouwde piramiden van mindere kwaliteit werden wel mummies gevonden. Er zijn tegenwoordig veel suggesties dat de piramiden zoals die op het plateau van Gizeh, een totaal andere functie hadden.
Om uit te vinden waar ze dan wel voor dienden werden vanaf 1990 twintig piramiden gebouwd in Rusland. Meer dan een decennia lang is er onderzoek gedaan onder leiding van Alexander Golod. Uit deze onderzoeken blijkt een grote kracht uit te gaan van de piramiden. Een aantal bewijzen hiervan zijn dat het immuunsysteem van een organisme versterkt kan worden wat leid tot een betere gezondheid. Ook het menselijk bewustzijn wordt positief beïnvloed. Er kan een oogsttoename plaatsvinden en ook een oliebron leverde een hogere productie. Water blijft vloeibaar, ook bij 40 graden onder 0 en gesyntheerde diamanten werden harder en zuiverder. Boven de piramide werd zelfs een energiekolom gemeten die tot enkele kilometers hoogte reikte!
Een ander voorbeeld is de piramide van Kirti Betai die hij bouwde om het te laten dienen als een soort ziekenhuis, waar al velen mensen genezen zouden zijn.
Het woord piramide betekent in het Grieks ‘vuur van binnen’ wat klopt met de kracht van de piramide die van binnen af komt.
De piramidevorm lijkt een soort antenne voor spiraliserende torsiegolven van de aarde, waarmee de piramide deze focusseert in haar centrum. De piramiden verspreid over de hele wereld werken dus als een soort acupunctuurnaalden in het lichaam van Gaia (Griekse oergod van de aarde), wat we herkennen van het ‘Earthgate Project’. Hierdoor worden we beschermd tegen kosmische invloeden en wordt de aura van de aarde gestabiliseerd.
De megalithische infrastructuur werd vroeger dan ook gebruikt om tektonische verschuivingen te stabiliseren die wereldwijd aardbevingen en vulkanische activiteit veroorzaakten. Deze tektonische verschuivingen waren misschien wel gevolg van de groei van de aarde, dus het ontstaan van water, dan kunnen we hiermee ook de plaats van de nulmeridiaan in logisch verband brengen. Bovendien kunnen we een verband leggen tussen het feit dat vuur en water elkaars tegenpoolen zijn. Veel oude Griekse filosofen, voornamelijk de pre-socratici noemde vuur en water de oerelementen die elkaar in balans houdden en waaruit de wereld is ontstaan.
Kennis uit de oudheid
Dit alles was vroeger waarschijnlijk al lang bekend. De eeuwenoude beschavingen hebben waarschijnlijk een betere verstandhouding gehad met de aarde dan wij ooit nog zullen bereiken. Zij geloofde namelijk in de atmosfeer opgebouwd uit cirkels of hoops. Vijftien van deze cirkels vormde de aarde, een zesde verbond de aarde met de zon.
De knooppunten van de cirkels komen overeen met die van het aardraster. Op deze kruisingen vestigde zich miljoenen jaren geleden de grootste beschavingen. Dat lijkt me niet toevallig, gezien de sterke mate van natuurlijk energie die zich daar verzamelt. Ook is dit een betere verklaring voor de locatie van bijvoorbeeld en Mohenjo Daro in de Indus Valei dan enig andere geologische, geofysische of andere hulpmiddelen. Als men vroeger inderdaad gebruik maakte van de energiegolven van de aarde kan een legendarische beschaving als Atlantis werkelijk hebben bestaan.
In velen legendes komt het getal 120 of 12 voor; de betrouwbaarheid van legendes is minimaal, misschien zijn de getallen daarbij toeval. En verhalen over Atlantis, sprookjeslijkend, is het een mythe of een legende, want deze laatste bevat een kern van waarheid. Als we meer legendes naast elkaar gaan leggen vinden we misschien nog meer bevestiging.
Maar er is meer, wij denken slim te zijn, Plato was dat al veel eerder. De 120 driehoeken die we terug kunnen vinden in de ‘aardster’ vormde het skelet van zijn goddelijke geest van universele creatie.
Bovendien is 12 ook in onze beschaving een actueel getal. Onze tijd is gebaseerd op 12 uren in de dag, 12 uren in de nacht, 12 maanden in een jaar. Ook als we verder kijken naar corresponderende nummers vinden we veel van onze recent verworven kennis (moderne wetenschap) terug in de vormen van het aardraster en de platonische lichamen.
Maar we kunnen nog veel verder beredeneren! In de 15 energiecirkels en de rest van de atmosfeer zijn nog ontelbaar andere cirkels te plaatsen, vormend een hiërarchie van energiezones. Ik heb hier erg lang kritisch over nagedacht en heb me ook zeer verdiept in wat begon met een praktische opdracht, maar ik ben na het lezen van verschillende artikelen en daartussen verbanden te leggen toch gaan geloven in de energie van de aarde.
Er is ons een enorme bron van kennis achter gelaten, als wij ons hier in verdiepen moeten we in staat kunnen zijn om bijvoorbeeld de megalithische infrastructuur te reconstrueren zodat wij opnieuw de aura van onze planeet kunnen stabiliseren. Misschien kunnen wij op die manier onze destructieve houding naar de aarde veranderen en terugkeren naar een gebalanceerde samenleving. Stel je dat voor, dat zou het einde kunnen zijn van religieuze oorlogen, het enige geloof wat dan overblijft is namelijk geloof in natuur. Dat is geloof ik ook waar het lang lang geleden, ver hier vandaan, allemaal mee begon. Het is tot nu toe nog maar ijdele hoop op een balans op aarde, maar als middelbare scholier begin je toch ergens de dromen van hoop om te zetten in ideeën en theorieën. Daarnaast heb ik nu geleerd dat ik deel ben van de aarde. En elke seconde probeer ik van haar schoonheid te genieten, van zonsopgang tot de volgende zonsopgang (ik, de eeuwige dromer).
Conclusie:
Voor mij is het aardraster een aannemelijke theorie. Er zijn zoveel verbanden tussen de onderlinge theorieën, dat een er van moet kunnen kloppen. Veel natuurlijke en archeologische verschijnselen zouden we hiermee niet alleen kunnen verklaren, maar ook met elkaar in verband brengen. Als we het bestaan van het aardraster kunnen bewijzen kunnen we er ongelofelijk van profiteren en ons wellicht verheffen tot een werkelijke ‘legendarische’ beschaving.
Ben je geboeid door dit verhaal? Ik ben momenteel studente filosofie in Utrecht, maar houd me nog steeds met dit onderzoek bezig. Als je vragen, opmerkingen of nieuwe ideeën hebt, vind ik het leuk om deze te beantwoorden of te bediscusiëren.
New Age Journal – May 1975 à Planetary Grid, Chris Bird (met dank aan Bethe)
Plato’s Cosmic Container – Bethe Hagens
EarthStar, A Treasure Map Rediscovered – Bethe Hagens