Hoofdstuk 8 Het plateau van Gizeh

 

Een van de zeven wereldwonderen is de Grote Piramide op het plateau van Gizeh aan de oever van de rivier de Nijl bij Cairo. De piramide is onderzocht sinds de begindagen van de moderne geschiedenis. Stapels boeken zijn er geschreven over alleen al deze ene raadselachtige Grote Piramide. Veel van deze boeken zijn afkomstig van Egyptische archeologen. Egyptologen hebben hun visie m.b.t. de Grote Piramide niet erg gewijzigd in de afgelopen honderd jaar. Piramidologen dateren de constructie van de Grote Piramide rond 2589 v. Chr. en ze zou dienen als de begraafplaats, de tombe van farao Khufu (Cheops in het Grieks). Toonaangevend piramide-expert is Dr. Zahi Hawass, voorzitter van de ‘Hoge Raad voor Oudheden’ in Egypte, ferm aanhanger van de tombe-theorie van de Grote Piramide. Hoewel er een sarcofaag in de koningskamer van de Grote Piramde aanwezig is, heeft men nooit een mummie in de piramide gevonden. Deze sarcofaag moet wel in de piramide zelf gemaakt zijn, omdat hij niet uit de koningskamer verwijderd kan worden vanwege zijn afmetingen.

In het laatste decennia zijn wetenschappers gaan twijfelen aan de leeftijd en functie van de Grote Piramide. Terwijl de Grote Piramide geleidelijk aan steeds meer van haar geheimen prijsgeeft, wordt de tombe-theorie steeds minder acceptabel. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat de Grote Piramide gebouwd moet zijn door een hoge intelligente beschaving die een wetenschappelijk begrip heeft gehad en over een technologie heeft beschikt, die zelfs de onze te boven gaat.

De Grote Piramide bestaat uit twee miljoen kalksteenblokken, heeft de hoogte van een gebouw van 40 verdiepingen en de breedte van tweeëneenhalf keer de lengte van een voetbalveld. De fundering van de piramide bestaat uit een fundament dat uit de rots uitgehouwen is met een precisie die op 2 centimeter na exact waterpas is. Zelfs vandaag de dag met al onze technische kennis en laserprecisie vakmanschap zouden we volgens specialisten niet in staat zijn om een bouwwerk als de Grote Piramide met zo’n precisie te bouwen. We hebben eenvoudigweg niet de mechanische technologie beschikbaar om de stenen waaruit de piramide is opgebouwd uit te houwen met de precisie die toegepast is.

Er zijn pogingen gedaan om te bewijzen dat de piramide gemaakt kon worden met de bekende oude Egyptische gereedschappen en methoden. Egyptoloog Mark Lehner heeft het met een grote groep mensen geprobeerd, maar slaagde er zelfs niet in om een 6 meter groot schaalmodel van de piramide na te maken. Hij moest de hulp inroepen van een vrachtwagen met een lier om de blokken uit de steengroeve te hijsen.

Eind zeventiger jaren een door Nissan gesponsord Japans team heeft nog eens een poging gewaagd om een 18 meter hoog schaalmodel te bouwen waarbij dezelfde primitieve oude Egyptische gereedschappen zoals hamers en beitels gebruikt werden. Het eens zo trotse Japanse team keerde gedesillusioneerd en vernederd huiswaarts, omdat ze boorhamers moesten gebruiken om de harde steen uit te kunnen houwen, ze niet in staat bleken om de stenen naar de overkant van de Nijl te krijgen en uiteindelijk bulldozers, een vrachtwagen en een helikopter nodig hadden om de stenen opeen te stapelen op een stapel die in de verste wegen niet leek op een piramide. In beide pogingen om de piramide na te bouwen zijn slechts kleine blokken uitgehouwen uit de steengroeve, maar bedenk wel dat de echte piramideblokken bevat met het gewicht van een stoomlocomotief!
(1)

Bedenk vervolgens dat deze stenen zo perfect zijn uitgehouwen en dat de cementvoegen zo ongelofelijk klein zijn dat je er zelfs niet een velletje papier tussen kunt krijgen! De cementvoegen zijn daarbij nog eens vreselijk sterk, veel sterker dan het cement dat we tegenwoordig gebruiken. De stenen lijken min of meer aan elkaar gelijmd of samengesmolten te zijn. De kleinste blokken wegen een ton. De gemiddelde blokken wegen echter 2,5 tot wel 70 ton. Hoe konden de Egyptenaren deze zeer zware blokken met een dergelijk precisie tillen naar een hoogte van een veertig verdiepingen tellend gebouw? Hoewel er wel enkele theorieën zijn, weten we het gewoonweg niet zeker. De massieve constructie van de piramide is uitgelijnd met een precisie van slechts 3 minuten en 6 seconden van perfecte uitlijning met de vier windrichtingen.

Op het plateau van Gizeh bevinden zich drie piramiden met een aantal satelliet piramiden. We treffen ook het fameuze Sfinx aan op het plateau. De drie grote piramiden zijn genoemd naar de farao’s die volgens de Egyptologen de opdracht gaven tot de bouw van deze mausoleums:

  • de Grote Piramide van Khufu  (of Cheops);
  • de piramide van Khafre (of Chefren);            
  • de piramide van Menkaure (of Mycerinos).

.  
Van links naar rechts,  Khufu, Khafre en Menkaure met haar satelliet piramiden

Het lijkt erop dat de reden waarom Mark Lehner en het Japanse team van Nissan er niet in slaagde om zelfs maar miniatuur modellen te reconstrueren van de Grote Piramide is omdat de benodigde techniek buiten het bereik van onze technologie ligt, zelfs vandaag de dag. Egyptologen beweren nog steeds dat al het werk gedaan is met behulp van primitieve beitels en hamers; men redeneert dat de Egyptenaren eenvoudig voldoende tijd en slaven hadden om de klus te klaren.

De sarcofagen die gevonden zijn in de kamers van de piramiden zijn gemaakt van extreem hard graniet. Hoewel geen enkele mummie ooit gevonden werd in deze sarcofagen, blijven Egyptologen erbij dat ze gebruikt werden als doodskisten. Ze kwamen zelfs met de gereedschappen op de proppen die gebruikt zouden zijn om de granieten blokken uit te hollen; een diorieten bal aan een stok om op de harde steen te beuken.

In 1995 onderzocht Christopher Dunn, een hightech luchtvaartfabrikant de sarcofaag van de piramide van Kahfre. Hij had enkele precisiemeetinstrumenten meegebracht en klom in de sarcofaag om de egaalheid van het inwendige te meten en de nauwkeurigheidsgraad vast te stellen die gebruikt was bij het uithouwen. Wat hij ontdekte was verbazingwekkend: de binnenkant van de sarcofaag bleek zo perfect egaal en glad dat een schijnwerper geplaatst achter een winkelhaak, geen licht meer doorliet. Alle hoeken van de sarcofaag waren perfect rechthoekig. De radius van de inwendige hoeken was zo klein en de hoeken waren zo scherp dat het onmogelijk was dat deze hoeken gemaakt zouden zijn door ze met harde ballen met een veel te grote diameter te geselen. Omdat Dunn geen enkele afwijking van perfect gladde oppervlakken en rechte hoeken kon constateren, schreeuwde hij in oppperste verbazing over deze ontdekking de woorden ‘Ruimtevaarttijdperk precisie’! Christopher Dunn heeft daarnaast nog vele andere granieten artefacten onderzocht en zijn conclusie is dan ook dat deze precisie alleen bereikt kon worden door gebruik te maken van machines.
(2)

Het wordt steeds duidelijker dat de Grote Piramide in het bijzonder en het plateau van Gizeh in het algemeen, ontworpen zijn om op verschillende manieren hoogstaande wetenschappelijk kennis vast te leggen; er lijkt haast geen toeval te bestaan. Ieder ontdekt detail blijkt betekenis te hebben die we nog maar net zijn begonnen te ontrafelen. Archeologen zijn blijven hangen in hun enig mogelijke verklaring voor de piramiden en hebben ons doen geloven dat ze dienden als graftombes voor de farao’s, waardoor we de hele clue gemist hebben. Eeuwenlang is het plateau van Gizeh bestudeerd door de ogen van archeologen en historici maar in de laatste twee decennia is daar verandering in gekomen.

Oorspronkelijk was the Grote Piramide bekleed met 144.000 witte granieten stenen die haar een glad gepolijst oppervlak gaven. In de Oudheid moeten de reflecties van de zon op de piramide van kilometers afstand zichtbaar zijn geweest. De Egyptenaren noemden hun piramide dan ook ‘Ta Khut’ wat zoveel betekent als ‘Het Licht’. In latere tijden hebben moslims de Grote Piramide van haar dekstenen beroofd om er vervolgens vele moskeeën van te bouwen in Cairo. De enige overblijfselen van de buitenste dekstenen zijn gevonden aan de voet van de Grote Piramide en aan de top van de piramide van Kahfre. Het is door deze stenen dat de exacte maten van de piramiden bepaald konden worden. De topsteen die de top zou moeten afsluiten van de Grote Piramide ontbreekt.

In dit hoofdstuk zullen we een aantal feiten laten zien die de bewering onderbouwen dat de piramide gebouwd moet zijn door een hoog ontwikkelde beschaving die toegang had tot een technologie die nog beter was dan de onze. Volgens Edgar Cayce zal de Grote Piramide uiteindelijk al haar geheimen prijsgeven wanneer de ‘Hal der Verslagen’ geopend wordt en er bewijs gevonden zal worden van haar Atlantische oorsprong.

De ‘Hal der Verslagen’ zou een grote opslagruimte zijn, die ergens onder het plateau van Gizeh verborgen ligt en waarvan men vermoedt dat deze geavanceerde Atlantische apparatuur bevat. Sommigen vermoeden dat de ontbrekende topsteen een miniatuurversie is van de Grote Piramide, met al haar inwendige details, en speculeren dat deze topsteen begraven ligt in de Hal der Verslagen. Edgar Cayce gaf aanwijzingen m.b.t. de locatie van de Hal der Verslagen en wees naar de linkerpoot van de Sfinx waar de ingang tot de Hal der Verslagen gevonden zou worden. John Anthony West en Robert M. Schoch ontdekten tijdens hun onderzoek naar de verwering van de Sfinx om haar ouderdom vast te kunnen stellen, d.m.v. seismische scanning van het plateau van Gizeh, dat onder de poten van de Sfinx inderdaad een ondergrondse kamer aanwezig is, precies waar Cayce die voorspeld had.
 
De conclusies uit het onderzoek naar de erosie van de Sfinx door West en Schoch luidden dat het water de erosie aan de voet van de Sfinx veroorzaakt had en niet het door de wind voortgejaagde woestijnzand. Dit zou betekenen dat de erosie alleen veroorzaakt kan zijn door hevige regenval die na het laatste IJstijdperk tussen 10.000 en 5.000 v. Chr. de streek teisterde, voordat de groene Sahara savanne uiteindelijk in woestijn veranderde. Zij concludeerden dan ook dat de Sfinx voorafgaande aan deze periode uitgehouwen moet zijn en het vermoeden  bestaat dat het bouwwerk afstamt van een zeer oude beschaving, mogelijk die van Atlantis.

Ook archeoloog Howard Middleton-Jones beweert de exacte locatie van de Hal der Verslagen onder het plateau van Gizeh gevonden te hebben. Hij beweert vervolgens dat de Ark des Verbonds, het Tabernakel dat de Tien Geboden van Mozes bevat , begraven ligt in de Grote Piramide. De toegang tot de Ark des Verbonds zou te vinden zijn in de Grote Galerij bij het kruispunt dat leidt naar de Koninginnekamer aan de ene kant en de Koningskamer aan de ander kant. Hij kwam tot deze conclusie na nauwkeurige bestudering van het boek Exodus waarin God in precieze bewoordingen aan Mozes uitlegt hoe de Ark geconstrueerd moest worden. Howard Middleton-Jones is er zeker van dat wat beschreven staat in het boek Exodus in feite de trappengang naar de Koningskamer in de Grote Piramide is, beter bekend als de Grote Galerij. Indien Howard Middleton-Jones gelijk heeft, dan kunnen we in de nabije toekomst nog enkele zeer interessante ontdekkingen verwachten.
(3)

Maar we zullen ons niet te veel laten meeslepen door speculaties over de Grote Piramide. In plaats daarvan gaan zullen we ons licht laten schijnen over enkele zeer bewijsbare mathematische feiten.

 


De mathematische constanten

De piramide codeert de mathematische constanten voor Pi en Phi en de natuurlijke logaritme “e”! Deze drie constanten spelen een zeer belangrijke rol in de wiskunde en natuurkunde. De oorsprong van deze constanten heeft vele wiskundigen en wetenschappers eeuwenlang bezig gehouden en blijft tot op de dag van vandaag een mysterie. Maar het feit wil dat deze mystieke constanten overal in de natuur voorkomen. Alle drie de constanten, Pi, Phi en “e”, zijn terug te vinden in één en hetzelfde bouwwerk, namelijk de Grote Piramide! Dit is op zichzelf al een zeer opmerkelijk feit en getuigt van de ingenieusheid van de bouwers van de Grote Piramide.

Het is volstrekt onmogelijk dat deze constanten toevallig opduiken door wat stenen op elkaar te stapelen. De getallen Pi en Phi werden het eerst gevonden, maar het duurde tot 2003 voordat Rick D. Howard de natuurlijke logaritme constante “e” ontdekte. Hij ontwikkelde een theorie die Drievoudige-Driehoek-Theorie genoemd wordt en die mathematisch aantoont dat de drie constanten allemaal voorkomen in de Grote Piramide.

In het plaatje hieronder zijn de dimensies van de Grote Piramide weergegeven in koninklijke cubits. De koninklijke cubit is een antieke Egyptische lengtemaat.



Dimensies van de Grote Piramide in Koninklijke cubits

De mathematische waarde Pi definieert de ratio van de omtrek tot de diameter van een cirkel en wordt aangetroffen in de piramide.

  • Pi kan gevonden worden door twee maal de basislengte van de piramide te nemen en deze te delen door zijn hoogte: Pi = 2 * 440/280 =  880/280 = 22/7 dit is bij benadering Pi = 3.14159.

De Gulden snede of Phi wordt op de volgende manier in de piramide gevonden:

  • Phi wordt gevonden wanneer de lengte van de schuine helling van de piramide gedeeld wordt door de helft van de basislengte van de piramide, Phi = 356/220  = 1.618 (220 is de helft van de basis van de piramide).

We laten het bewijs voor de basis van de natuurlijke logaritme “e” weg, omdat de Drievoudige-Driehoek-Theorie nogal complex is.

Het feit dat de piramide Pi, Phi en “e” codeert, de meest belangrijke constanten in de natuur, toont aan dat de bouwers van de piramide wiskundig inzicht moeten hebben gehad met betrekking tot het grote belang van deze constanten.
(4)

De Grote piramide is niet het enige bouwwerk in het oude Egypte dat deze opmerkelijke constanten bevat. Schwaller de Lubicz, die tussen 1837 tot 1952 de tempel bij Luxor bestudeerde, vond bewijs dat de Egyptenaren de Gulden snede (Phi) op meerdere manieren ingenieus gebruikt hadden in de architectuur van deze tempel. Voordat De Lubicz zijn onderzoek deed, werd de ontdekking van de Gulden snede toegeschreven aan de Grieken. Zijn bevindingen waren echter het  onweerlegbare bewijs dat de Egyptenaren al zo’n duizend jaar voor Phytagoras een groot wiskundig inzicht hadden.

 

Locatie van de Grote Piramide

De locatie van de Grote Piramide is op zijn zachts gezegd zeer opmerkelijk; er is een opmerkelijk verband met de lichtsnelheid. De lichtsnelheid is precies 299.792.458 meter/seconde of anders gezegd 29,9792458 x 10 miljoen meter per seconde.

Oorspronkelijk werd de meter in het SI stelsel (1791) gedefinieerd als een 10 miljoenste deel van de afstand van de Noordpool tot de equator. Wanneer we de snelheid van het licht delen door de afstand van de equator tot de Noordpool, dan krijgen we het getal 29,9792458. Dit is de breedtegraad van een lijn halverwege de afstand tussen Khufu en Khafre op exact 29,9792458 graden noorderbreedte.

Het zou dus wel eens kunnen zijn dat de locatie van het plateau van Gizeh bewust gekozen is om de lichtsnelheid uit te drukken.

Een ander aanwijzing dat de bouwers van de Grote Piramide op de hoogte waren van de de lichtsnelheid vinden we terug in het aantal dekstenen dat in de gehele constructie gebruikt werd.

Door de ontdekkingen van Bruce Cathie, degene die de octaëder en de kubus ontdekte in het aardraster, weten we dat er een fanscinerende toevalligheid bestaat tussen de snelheid van het licht, de waarde voor licht in de Gematria en het aantal dekstenen van de Grote Piramide. Bruce Cathie drukte de reguliere snelheid van het licht uit in een ander eenheid. Hij noemde dit de rastersnelheid van het licht, ofwel de snelheid die het licht nodig heeft om langs de aardrasterlijnen te reizen. Cathie stelde een andere tijdseenheid voor. Hij introduceerde de rasterseconde als vervanger voor de huidige seconde als eenheid van tijd. In plaats van de normale 3 * 8 uren in een dag, stelde hij 3 * 9 rasteruren voor in een dag. Hij gebruikte ook een andere maat voor afstand: de radiale verplaatsing, ofwel de radiale boog op een cirkel van 360 graden. Vervolgens herberekende hij de snelheid van het licht als het aantal arc-minuten (1/60 van een graad) die het licht aflegt langs een 360 graden cirkel (de aarde) per rasterseconde (verondersteld dat er 27 rasteruren in een dag gaan). Tot zijn verbazing ontdekte hij dat de rastersnelheid van het licht een zeer harmonieus getal was, namelijk 144.000 raster-arcs per rasterseconde.
 
De harmonische waarde van 144.000 voor de lichtsnelheid stemt aldus exact overeen met het aantal dekstenen dat gebruikt werd in de Grote Piramide. Wanneer we daaraan toevoegen dat de gnostische Kabbala de Gematriawaarde voor licht gelijk stelt aan 144, dan kunnen we veilig aannemen dat de getallen die we hier zien geen toeval zijn. De bouwers van het plateau van Gizeh waren vrijwel zeker bekend met de snelheid van het licht!

Bedenk andermaal dat de locatie van de Grote Piramide de exacte locatie is van de Noordpool van het aardraster en dat het een zeer unieke locatie op aarde is waar de maximale landmassa in verhouding tot water gevonden wordt!

Het plateau van Gizeh is daarom een unieke locatie op aarde en het is om deze reden moeilijk te geloven dat dit feit de ontwerpers ontgaan zou zijn!

(5)


Het plateau van Gizeh en de binnenste planeten

De afmetingen van de Grote Piramide vormen de eerste sterke aanwijzingen dat de bouwers getracht hebben de afmetingen van de aarde weer te geven. De aarde is geen perfecte bol: de radius van de polen tot het centrum is kleiner dan de radius van de equator tot het centrum. Daardoor is de aarde afgevlakt net als een voetval die ineen gedrukt wordt wanneer iemand erop gaat zitten. Deze afvlakking wordt toegeschreven aan de centrifugale krachten, hetgeen het resultaat is van de draaiing van de aarde om haar polaire as. Deze imperfecte sferische afmetingen van de aarde worden perfect weergegeven door de Grote Piramide. De omtrek van de piramide representeert de equatoriale radius van de aarde. De omtrek van de piramide is gelijk aan een halve minuut van de equatoriale lengtegraad van de aarde. Met andere woorden: wanneer we de omtrek van de Grote Piramide nemen en deze vermenigvuldigen met 2 * 60 * 360 = 43.200, dan krijgen we de omtrek van de aarde langs de equator in kilometers. Uit satellietmetingen blijkt dat dit correct is met een precisie van 99,5 %. De hoogte van de Grote Piramide representeert de polaire radius van de aarde. Wanneer we de hoogte van de piramide nemen en deze vermenigvuldigen met dezelfde waarde van 43.200 om de verhouding in stand te houden, dan krijgen we de polaire radius van de aarde met een nauwkeurigheid van 99,3 %. Dus het lijkt een meer dan redelijke aanname dat de Grote Piramide inderdaad bewust ontworpen is om de aarde te representeren. Deze feiten kunnen niet weggewuifd worden als puur toeval.
(6)

De hoogte van de Grote Piramide lijkt ook een referentie te zijn naar de afstand tussen de zon en de aarde! De hoogte van de piramide is 280 koninklijke cubits. De afstand van de aarde naar de zon gemeten in kilometers is 147 x 10^6 km en is gelijk aan 280 x 10^9 koninklijke cubits! De afstand van de aarde tot de zon is dus exact een miljard maal de hoogte van de piramide. In het hoofdstuk over Heilige Geometrie hebben we al aangetoond dat de Grote Piramide de verhouding uitdrukt in grootte tussen de aarde en de maan door ‘de kwadratering van het vierkant’.

Uit deze voorbeelden zouden we de indruk kunnen krijgen dat de Grote Piramide indirect bewijs vormt voor het bestaan van harmonische geometrische relaties tussen de aarde, de maan en de zon. John Martineau heeft inderdaad in zijn boek  ‘A little book of coincidence’ aangetoond dat er harmonische relaties tussen alle hemellichamen in ons zonnestelsel bestaan. Met behulp van de Heilige Geometrie verklaart hij alle omlooptijden van de planeten in ons zonnestelsel en toont hij ook aan dat ze gebaseerd zijn op intrinsieke harmonische principes. De grote astronoom Johannes Kepler heeft altijd geloofd dat de omlooptijden van de planeten geometrisch verklaard konden worden; hij meende zelfs dat de Platonische lichamen de sleutel vormden voor het mysterie van de omlooptijden.

In 1994 stelde Robert Bauval in ‘Het Orion Mysterie’ een nieuwe populaire theorie voor die ervan uitgaat dat de drie grote piramiden op het plateau van Gizeh uitgelijnd staan met de drie sterren van de gordel in de Orionconstellatie. Volgens Bauval correspondeert de rivier de Nijl met de Melkweg. De piramiden op de grond representeren de posities van de drie sterren in de gordel van de Orioncon-stellatie ten tijde van het jaar 10.500 v.Chr. (“zo boven, zo beneden”) aldus Bauval. Opvallend is dat het jaar 10.500 v.Chr. overeenkomt met het voorchris-telijke jaartal 10.490 dat Edgar Cayce noemt voor de bouw van de Grote Piramide.

Terwijl de populaire Orionuitlijning van het plateau van Gizeh nog steeds bediscusieerd wordt, bestaat er ook nog een minder populaire cosmische relatie die we zullen aantonen in dit boek welke relatief eenvoudig te bewijzen valt. In deze theorie wordt aangenomen dat de Grote Piramide gebouwd werd om de aarde te representeren.

Het lijkt erop dat de drie piramiden op het plateau van Gizeh op slimme wijze corresponderen met de vier binnenste planeten van ons zonnestelsel: Mercurius, Venus, Aarde en Mars, met de nadruk op Venus. Maar hoe kunnen drie piramiden nu overeenkomen met vier planeten?

De correlatie tussen de piramiden en de planeten is als volgt:

  • P1 : de Grote Piramide van Khufu representeert de aarde;
  • P2 : de piramide van Khafre representeert Venus;
  • P3 : de piramide van Menkaure representeert zowel Mars als Mercurius.

 


Luchtfoto van het plateau van Gizeh, rechts de planeten weergevend

De correspondentie van de middelste piramide met Venus is naar mijn mening een aanwijzing naar de bouwers van het plateau van Gizeh. We zullen dat later onthullen.

Welnu, de drie piramiden komen in verhouding overeen met de binnenste planeten op drie verschillende manieren:

  • de basis van iedere piramide correspondeert met de diameter van hun corresponderende planeet;
  • de hoek tussen P1-P2 en P2-P3 is gerelateerd aan het verschil in omlooptijd rond de zon tussen Aarde en Mars;
  • de afstand tussen de piramiden is gerelateerd aan de relatieve afstand tussen de planeten.

Zonder u te vermoeien met de exacte getallen, vermelden we dat de kleinste piramide P3 overeenkomt met de gemiddelde diameter van Mercurius en Mars. De bouwers van de piramide hebben mogelijk twee kleuren gesteente gebruikt in de dekstenen om in één piramide onderscheid te kunnen maken tussen de afmetingen van Mars en Mercurius. De middelste piramide P2 komt overeen met Venus, de piramide van Khufu (P1) komt overeen met Aarde.

Onthoudt dat de afmetingen van de piramiden gerelateerd zijn aan de diameters van de planeten en bedenk daarbij dat de verhoudingen berekend zijn met een nauwkeurigheid die kennis van de exacte maten van de planeten vereist die de wetenschap pas onlangs heeft kunnen vaststellen door gebruik te maken van satellieten.

En hier staat dan een aantal bouwwerken midden in een zandbak die deze exacte verhoudingen demonstreert tussen de planeten en de basislengten van de piramiden met dezelfde nauwkeurigheid!

De drie piramiden zijn niet precies uitgelijnd in een rechte lijn; ze maken een hoek van 191,6 graden. (180 graden zou een rechte lijn zijn). Onthoudt dat dit de ‘hoek’ is tussen de piramiden die de aarde en Mars/Mercurius uitbeelden. De aarde legt het rondje van 360 graden rond de zon af in 365,25 dagen. Planeet Mars heeft hier 686,98 dagen voor nodig. Laten we nu eens berekenen hoeveel van de 360 graden van een volle cirkel Mars afgelegd heeft, wanneer de aarde een volledig rondje rond de zon voltooid heeft.

Deze hoek zou zijn: 365,25 / 686,98 * 360 = 191,4 graden!

Dit is ook de exacte hoek tussen de piramiden die Mars en Aarde weergeven! Toeval? Neen! Niet wanneer we ons realiseren dat er ook rekening gehouden is met de relatieve afstand tussen de planeten toen de piramiden op het plateau van Gizeh gesitueerd werden. Laten we maar eens kijken:

De afstand in een rechte lijn tussen P1 en P3 is 36.857 Engelse inches.
De afstand in een rechte lijn tussen P1 en P2 is 19.169 Engelse inches.

De exacte verhouding tussen deze twee afstanden is:

P1-P3 / P1-P2  = 36.857 / 19.169 = 1,92

De corresponderende afstand tussen de planeten laat zich echter niet zo eenvoudig berekenen. De afstand tussen de planeten is namelijk niet constant als gevolg van de elliptische baan die de planeten maken rond de zon. Johannes Kepler ontdekte de elliptische vorm van de banen van de planeten vierhonderd jaar geleden, maar de Ouden die de Grote Piramide bouwden, moeten dit ook geweten hebben.

Ze gebruikten op een slimme manier de afstand tussen de aarde en Mercurius wanneer Mercurus het verste van de zon af staat. In dit geval is de afstand tussen Aarde en Mercurius 79,76 x 10⁹ m. De afstand tussen Aarde en Venus is 41,39 x 10⁹ m.

De verhouding in afstand tussen Mercurius en de aarde en de aarde en Venus is
79,76/41,39 = 1,92

Dit is precies dezelfde verhouding in afstand tussen de planeten die gebruikt is in de afstanden tussen de piramiden. De nauwkeurigheid is wederom zeer verbazingwekkend!

Er zijn nog andere aanwijzingen dat de Grote Piramide correspondeert met de aarde. De lengte van een aards zonnejaar wordt op twee verschillende manieren weergegeven in de constructie van de Grote Piramide. De eerste referentie naar het zonnejaar vinden we terug in de lengte van de basis van de Grote Piramide, die exact 36.524,22 primitieve inches of 365,2422 heilige Egyptische cubits in lengte is!

De tweede referentie naar de lengte van een zonnejaar vinden we terug binnen in de piramide, waar zich tussen de Koningskamer en de Grote Galerij een kleine kamer bevindt die de “voorkamer” wordt genoemd. Wanneer in deze voorkamer een cirkel getrokken wordt die alle wanden raakt, dan is de omtrek van deze cirkel exact 365,25 Engelse inches ofwel een perfecte referentie naar het aantal dagen in ons zonnejaar! De totale lengte van een zonnejaar is 365 dagen, 5 uur en 49 minuten ofwel 365,25 dagen!

Zowel de afmetingen van de basis van de piramide als die van de voorkamer lijken bewust gekozen om de duur van een zonnejaar tot uitdrukking te brengen.

(7)



Initiatie

Het doel van de Grote Piramide zou wel eens kunnen zijn dat zij een groot kristal is dat dient om de torsiegolven van de aarde te oogsten. Ze ligt op de exacte Noordpool van het aardraster, daar waar de meest krachtige torsiegolven uit de aarde komen. Volgens Drunvalo Melchizedek, zou de Grote Piramide zo geplaatst zijn dat de top ervan zich precies bevindt in de loop van een Phi-spiraal. In feite zijn alle drie de piramiden uitgelijnd volgens deze Phi-spiraal.

Het is niet ondenkbaar dat de primaire functie van de piramiden was om het aardraster te stabiliseren en om de aarde te beschermen tegen aardbevingen, vulkanische activiteit en misschien ook wel tegen poolverschuivingen.

Wanneer de Grote Piramide gebruikt werd om torsiegolven op te vangen van de aarde, dan moeten we niet vergeten dat torsiegolfenergie ook bewuste energie is. Van bronnen als Edgar Cayce, David Wilcock en Drunvalo Melchizedek is het verhaal afkomstig dat de Egyptenaren de Grote Piramide gebruikten als een instrument voor spirituele initiatie, genezing en ontwaken.

Voorafgaand aan de uiteindelijke initiatie in de Grote Piramide doorliepen de neofieten het geheime onderwijs van het rechteroog van Horus en werden ze onderwezen in de Heilige Geometrie en misschien zelfs wel etherfysica. De Egyptenaren geloofden namelijk dat de schepping ontstaan was uit de oerwateren, de Nun (ether). Paragraaf 1146 van de Piramideteksten verhaalt over de kosmische slang Iru-To die tevoorschijn kwam uit de oerwateren om de fysieke wereld te scheppen. Dit zijn de woorden van Iru-To uit de Piramide-teksten:

“Ik ben het uitvloeisel van de oeroverstroming, hij die tevoorschijn kwam uit de wateren. Ik ben de ‘Voorziener van Kenmerken’, de slang met zijn vele kronkels. Ik ben de Schrijver van het Goddelijke Boek dat zegt wat geweest is en wat nog komen gaat.”

Wat hier volgens mij beschreven wordt is de etherfysica van Paul La Violette en  Daniel Winter. De torsiegolf (Phi-spiraal, slang Iru-To) ontstaat spontaan uit de ether (oerwateren) om vorm te scheppen (‘de kenmerken’) uit de vormloze ether. De torsiegolf is de Schrijver van de oude Akasha-kronieken, het equivalent van Ervin Laslo’s A-veld, de torsiegolf-informatie die de gehele ruimte doordringt en die het geheugen vormt van het universum. (Zie hoofdstuk 6 ‘Ethervibraties’)

Nog een interessant feit is dat de slang Iru-To afgebeeld wordt met twee hoofden. Dit zou het feit kunnen symboliseren dat torsiegolven gecreëerd kunnen worden uit twee tegengestelde elektromagnetische golven zoals voorgesteld door Tom Bearden. Metaforisch zou de tweekoppige slang echter ook de dualiteit kunnen uitbeelden die ontstond uit de Eenheid toen Iru-To tevoorschijn kwam uit de oerwateren. Toen de eerste vormen geschapen werden uit de Eenheid van de ether, werd als gevolg hiervan de heelheid van de schepping gescheiden.

In spreuk 321 van het Egyptische grafteksten vervolgt de kosmische slang Iru-To zijn relaas:

“Ik strekte mij en was overal, in overeenstemming met wat tot ontstaan zou komen. Ik boog rechts om mijzelf, ik was omcirkeld door mijn kronkelingen; één die een plaats voor zichzelf schiep temidden van zijn kronkels.”
(8)

Als dit niet een perfecte beschrijving is van een statisch torsieveld, een donut torus zoals uitgelegd door Daniel Winter, wat is het dan wel? Het feit dat de slang een plaats maakte voor zichzelf in het centrum zou een aanwijzing kunnen zijn dat deze vorm het brandpunt is van het bewustzijn, de plaats waar het bewustzijn huist.

De slang speelt ook een belangrijke rol in het oude Egyptische caduceus-symbool, de gevleugelde staf met twee slangen die zich in zeven bochten rond de staf gevlochten hebben. Het is het symbool dat gedragen werd door Toth ofwel Hermes Trismegistus. Edgar Cayce en ook andere bronnen vermelden dat Toth de bouwer van de Grote Piramide was. De caduceus is een mooi voorbeeld van de in- en uitspiralende torsiegolf in een vortexvorm.

De caduceus

Uiteindelijk kregen de Egyptenaren die geslaagd waren voor de rechter-en linkeroogscholen van Horus, hun initiatie in hogere waarheden binnen in de Grote Piramide. Ze werden in de sarcofaag geplaatst, de grote koffer in de Koningskamer. De koffer was zodanig geplaatst in het brandpunt van de piramide (pyr amid = vuur in het midden), dat de sterke torsiegolfenergie de bewustzijnstoestand van de neofiet die het initiatieproces onderging veranderde. De eerder genoemde bronnen vermelden dat de Egyptenaren op die manier zelfgeïnduceerde uittredingen konden oproepen. Een uittreding of buiten lichamelijke ervaring is een ervaring waarbij het bewustzijn van het individu niet langer gebonden is aan het fysieke lichaam maar vrij is om te reizen naar elke plaats die het wil, zelfs interdimensionaal. Er zijn veel mensen die een bijna-dood ervaring (BDE), een tijdelijke vorm van uittreding, ervaren hebben terwijl ze op de operatietafel lagen. Hoewel veel patiënten over zulke ervaringen gesproken hebben, blijft het hele onderwerp taboe in onze Westerse samenleving. Maar in 2001 publiceerde de Nederlandse cardioloog Pim van Lommel het eerste wetenschappelijke rapport in het toonaangevende medisch tijdschrift ‘The Lancet’ over de werkelijkheid van bijna-doodervaringen, die zo veel van zijn patiënten ervaren hadden. 

Wanneer de initiatie in de Grote Piramide succesvol was, ontwaakte de neofiet en keerde terug met bovennatuurlijke vermogens om anderen te kunnen genezen en wonderen te verrichten. Volgens de readings van Edgar Cayce’s was Jezus de reïncarnatie van één van de bouwers van de Grote Piramide, Hermes Trismegistus, de “Driewerf Grootste”, ook wel bekend als Toth de Atlantiër. Toth kreeg bij de bouw van de piramide hulp van een Egyptische priester Ra-Ta, die later als Edgar Cayce zelf zou reïncarneren! Hermes, de “Driewerf Grootste” alias Toth ontwierp nauwkeurig de piramide voor zijn toekomstig ontwaken als de historische Jezus van Nazareth, die bij zijn initiatie in de Grote Piramide uiteindelijk zou ontwaken in het Christusbewustzijn, aldus de Cayce’s readings. Er zijn vele bijbelse historici die bevestigen dat Jezus inderdaad lange tijd in Egypte heeft doorbracht.

De meeste mensen denken dat Jezus en Christus synoniemen zijn. Maar de Christus is de perfect ontwaakte mens, hij die het universele bewustzijn bereikt heeft. Jezus van Nazareth is één van de vele profeten zoals Boeddha, Mohammed, Zoroaster, Chrisna en vele anderen in de geschiedenis die deze staat van verlicht bewustzijn bereikten. Ik geloof dan ook dat de essentie van de leerstellingen van Jezus is dat hij ons probeerde te onderwijzen dat het Christus bewustzijn sluimerend aanwezig is in ieder van ons.

 

Een bijbel in steen

Binnenste van de Grote Piramide


Op 30 juni 1932 gaf Edgar Cayce een reading over de Grote Piramide. Hier is een citaat van deze reading van die dag:

“Alle veranderingen die in het religieuze mondiale gedachtengoed voorkwamen, worden daar getoond, in variaties in de doorgang waarmee eerder genoemde bereikt wordt, van de basis tot de top, of van de open tombe tot de top. Ze zijn herkenbaar aan de lagen en de kleur en de richting van de draaiing die gemaakt wordt.”

Wat Edgar Cayce hierboven met zoveel woorden zegt, is dat de Grote Piramide middels zijn gangenstelsel precies de historische en toekomstige religieuze veranderingen in de wereld vastlegt. Met andere woorden: het is een gigantische bijbel in steen. Van de basis tot de top van de piramide leggen de inwendige doorgangen in de piramide de opkomst en het verval van het spiritueel bewustzijn vast, dat tot uitdrukking komt door de wendingen in de doorgang (stijgende of dalende hoek), het soort steen dat gebruikt werd en de kleur van ervan.

Peter Lemusier ontdekte precies wat Edgar Cayce beschreven had in zijn reading van 30 juni 1932.

Volgens Lemusier is de Grote Piramide nauwkeurig ontworpen om alle historische gebeurtenissen van de afgelopen 4000 jaar tot op heden te markeren. Lemusier ontdekte dat de lengte van een Engelse inch in een gang van de piramide overeenkomt met de lengte van een jaar. De Enochcirkel in de voorkamer van de Koningskamer blijkt de perfecte sleutel te zijn voor deze vertaling van lengte (een inch) naar tijd (een jaar)

De aanvangdatum van de tijdlijn van de piramide werd door Lemusier bepaald  door middel van de twee ‘kraslijnen’ die aangebracht waren in de neerdalende gang dicht bij de ingang van de piramide. Lemusier bewees dat deze lijnen uitgelijnd zijn met de stand van het sterrencluster van de Plejaden in de lente equinox van het jaar 2141 v.Chr. Door deze zeldzame uitlijning kon de begindatum van de tijdlijn die de piramide codeert vastgesteld worden.Deze komt volgens Lemusier overeen met de dag van de zomerzonnewende in het jaar 2623 v.Chr.

De hoogte tussen de vloer en het plafond van de doorgangen in de piramide is tevens een indicatie van de vooruitgang in spiritueel bewustzijn. Als de hoogte toeneemt dan betekent dit vooruitgang, indien ze afneemt is er sprake van achteruitgang.

Vanuit de ingang van de Grote Piramide (2623 v.Chr., tijdperk van farao Khufu) loopt een neerdalende gang helemaal naar een ondergrondse kamer onder de piramide. Halverwege deze dalende gang vinden we een kruising met een opgaande gang die leidt naar zowel de Koninginnekamer als de Koningskamer. De kruising van de dalende gang en de stijgende gang is het tijdstip dat correspondeert met de uittocht (1453 v. Chr.) van Mozes en de Israëlieten uit Egypte. Het wordt gemarkeerd als een tijd van grote spirituele vooruitgang. Volgens de Bijbel gaf God bij deze uittocht uit Egypte op de berg Sinaï de Tien Geboden aan Mozes en instrueerde hem om slechts één God te aanbidden. In de geschiedenis wordt deze gebeurtenis gekenmerkt als de overgang van polytheïsme naar monotheïsme. In de tijd dat Mozes met zijn volk in Egypte leefde, aanbaden zij alle neters (goden) van de Egyptenaren en hingen aldoende een polytheïstisch geloof aan.

In de Grote Galerij neemt de ruimte tussen de vloer en het plafond ineens fors toe wanner men hier komt vanuit de stijgende gang. Deze toegang tot de Grote Galerij markeert de hemelvaart van Jezus van Nazareth (1 april in het jaar 33). De piramide codeert de geboortedatum van Jezus op precies 27 september in het jaar 2 v.Chr!

Aan het einde van de Grote Galerij is een verhoging die bekend staat als de Grote Trede. Peter Lemusier verbaasde zich hierover en hij wist er eigenlijk geen raad mee. Toen Edgar Cayce destijds gevraagd werd wat de Grote Trede betekende, legde hij uit deze de periode markeert tussen 1958 en 1998, de veertigjarige periode die door Edgar Cayce is aangeduid als de tijd waarin vele aardveranderingen zouden plaatsvinden (zie de epiloog van dit boek).

Edgar Cayce voorspelde ook zijn eigen terugkomst in 1998! Hij zei niet dat hij in dat jaar zou reïncarneren maar stelde eenvoudigweg dat hij in dat jaar terug zou zijn. Zoals we verderop zullen aantonen in dit boek, is hij in dat jaar inderdaad teruggekomen. Volgens Edgar Cayce symboliseert de Koningskamer onze huidige tijd. Het is het einde van de tijdlijn die de tijd aangeeft van een immense vooruitgang, een spirituele revolutie. De Koningskamer zou best wel eens gerelateerd kunnen zijn aan de 2012-voorspellingen, het einde van de Maya kalender en de tijd van grote veranderingen. Wat dit boek probeert aan te tonen is dat we in een zeer bijzondere tijd leven waarin wetenschap en spiritualiteit samenkomen. Dit is een immense vooruitgang in spiritueel opzicht. Als de Grote Piramide inderdaad een stenen bijbel is, dan kunnen we begrijpen waarom onze huidige spirituele vooruitgang weerspiegeld wordt in de Grote Piramide d.m.v. de Koningskamer. De bouwers van de Grote Piramide hebben het ons achtergelaten als een geschenk voor onze huidige beschaving om de geheime informatie uit te pluizen. Alleen door onze huidige wetenschappelijk vooruitgang zijn we nu in staat om deze mysterieuze stapel stenen die de mensheid door de eeuwen heen verbaasd heeft, in volle omvang te doorgronden.

Het grootste raadsel van alles is misschien wel dat wanneer de piramide een tijdlijn heeft die perfect de toekomst voorspeld, de bouwers van de piramide in staat moeten zijn geweest om in de toekomst te kijken? Gebruikten zij misschien zelfopgewekte uittredingen als middel om door de tijd te reizen?

(9)

 

Koningskamer en DNA

Geluidsexperimenten die in de Koningskamer werden uitgeveord hebben aangetoond dat deze ruimte een serie akoestische resonantiefrequenties heeft die blijken overeen te komen met zuivere muzieknoten! De sarcofaag in de Koningskamer heeft bijvoorbeeld een perfecte resonantiefrequentie van 440Hz, de grondtoon A, de frequentie van de stemvork.

Er werden nog vier andere resonantiefrequenties gevonden in de Koningskamer. Deze kwamen overeen met de muzieknoten F#, A, C# en D#. Deze noten zijn de noten van de F-kruis (F#) melodische mineur toonladder. Indiaanse sjamanen stemden hun ceremoniële fluiten in F-kruis omdat ze geloofden dat dit de frequentie was die afgestemd was op Moeder Aarde.

U herinnert zich misschien nog wel van de Cymatica studies dat de Platonische lichamen tevoorschijn komen uit het de perfecte muzikale frequenties van de diatonische toonladder. Het zou dus geen verrassing zijn als pure muzikale frequenties gevonden zouden worden in de frequenties van het aardraster.

Het is verbazingwekkend dat de resonantiefrequenties van de Koningskamer corresponderen met de resonantiefrequenties die gevonden zijn in de 4 basis paren van het DNA-molecuul. DNA is een spiraalhelix van wel drie miljard baseparen. Deze verbazingwekkende structuur kent slechts 4 basis bouwblokken, te weten de DNA-basen adenine (A), cytonsine (C), guanine (G) en thymine (T). Elk basepaar is een combinatie van 2 uit de 4 mogelijke basen die uiteindelijk een ketting vormen van wel 3 miljard baseparen.

Professor in de chemie en biochemie David W. Deamer aan de universiteit van Californië in Santa Cruz heeft met behulp van infrarood licht de resonantiefrequenties gemeten van alle vier de basen van het DNA. Elke base resoneerde zo gemiddeld met 15 frequenties, 60 frequenties in totaal.

Susan Alexjander heeft een mastersdegree in muziektheorie en compositie en geeft momenteel colleges aan verschillende universiteiten in Californië. In 1988 benaderde zij David W. Deamer met de volgende eenvoudige vraag: ‘kunnen we frequenties horen in het lichaam’? In antwoord hierop gaf David Deamer haar alle data van zijn onderzoek naar de DNA-frequenties.
Vanaf dit punt startte Susan Alexjander haar eigen onderzoek om uit te vinden of de gevonden resonantiefrequenties van de DNA-basen compleet willekeurig waren, of dat ze een totnogtoe onbekende relatie vertoonden zoals de ratio’s die voorkomen in muziek. Het eerste wat in haar opkwam was gebruik te maken van een techniek om deze hoge elektromagnetische frequenties hoorbaar te maken. Ze gebruikte een techniek die veelvuldig gebruikt wordt in de muziek en ze  transponeerde de hogere octaaffrequenties van licht naar beneden naar het octaaf van geluid. (In het hoofdstuk over Heilige Geometrie vermeldden we al hoe de kleuren van de regenboog, de zeven noten van de diatonische toonladder zijn getransponeerd naar de 48e octaaf)

Het volgende dat Susan deed was dat ze de 60 getransponeerde DNA-frequenties invoerde in haar programeerbare Yamaha DX7 synthesizer. De toonhoogten bleken geen perfecte muzieknoten, maar na een paar weken stemmen ontdekte ze dat de frequenties zich centreerden rond vier puur muzikale noten. De noten die zij vond, u raadt het al, hadden dezelfde resonantiefrequenties van de Koningskamer in de Grote Piramide!

Susan Alexjander heeft haar DNA-muziek gespeeld op een DX7 synthesizer en opgenomen op een CD getiteld ‘Sequencia’. Mensen die de CD beluisterden vertelden naderhand dat ze tijdens het beluisteren gevoelens van betrokkenheid en vertrouwdheid hadden ervaren.
 (10)

Deze ontdekking maakt de beweringen van Edgar Cayce en anderen, waarin zij stellen dat de Grote Piramide gebruikt werd voor heling, geloofwaardig. Het lijkt erop dat het geen toeval is dat de resonantiefrequenties die in de Koningskamer werden ontdekt corresponderen met de resonantiefrequenties van de DNA-basenparen.

(11)


Recapitulatie

Hoe meer we weten over de Grote Piramide, hoe wonderlijker dit “zevende wereld wonder” eigenlijk wordt. Egyptologen houden nog steeds vast aan de idee dat de Grote Piramide gebouwd werd om als graftombe te dienen voor farao Khufu, maar dit idee is gewoonweg belachelijk. De piramide is veel ouder dan beweerd wordt en moet gebouwd zijn door een cultuur die superieur was aan de Egyptenaren. Zelfs vandaag de dag hebben we niet de technologie in huis om een bouwwerk als de Grote Piramide te bouwen. De reden dat Egyptologen vasthouden aan hun verouderde theorieën is dat ze geen andere keus hebben dan ze te blijven verdedigen. Veel Egyptologen zijn namelijk moslim en de Koran stelt eenvoudig dat de aarde niet ouder is dan 4.000 jaar. Dus ze nemen eenvoudigweg geen theorie aan die de Grote Piramide vroeger zou kunnen dateren dan het al bevestigde bouwjaar van 2.589 v.Chr.

De Grote Piramide en het plateau van Gizeh kunnen beschouwd worden als gift van een oude cultuur aan een toekomstige generatie, vooropgesteld dat ze een wetenschappelijk niveau ontwikkeld zouden hebben dat hen in staat stelt om de verborgen geheimen te ontrafelen. Terwijl meer bewijs wordt verzameld, wordt het steeds geloofwaardiger dat Edgar Cayce het bij het rechte eind had m.b.t. het doel van de piramiden: spirituele initiatie en heling. Een ander doel zou kunnen zijn dat dit bouwwerk diende als instrument voor het bewaren van het evenwicht in de energieën van het aardraster.

In het volgende hoofdstuk gaan we verder in op de mysteriën van het menselijke DNA. De bouwers van de Grote Piramide moeten namelijk grondige kennis hebben gehad van het menselijke DNA als ze inderdaad in staat waren om de Koningskamer af te stemmen op DNA-frequenties. Is het mogelijk dat simpele geluidsfrequenties gebruikt kunnen worden voor heling van het DNA? Laten we eens gaan zien wat de Russische wetenschap vandaag de dag over dit onderwerp te zeggen heeft.

.

 

 

Vorige          Volgende


Reclame door Souls of Distortion

Souls of Distortion © 2006

Home: www.soulsofdistortion.nl