Hoofdstuk 9 Het mysterieuze DNA
Al meer dan vijftig jaar kent de wetenschap de dubbele DNA-helix als de blauwdruk voor alle levensvormen sedert de ontdekking ervan door Crick en Watson. Onze kennis over DNA is sindsdien geweldig toegenomen. DNA slaat de chemische moleculaire instructies voor cellulaire reproductie op. Het is een blauwdruk voor de reproductie van proteïnen die gevormd worden in de cellen van het organisme. Het menselijke lichaam bevat een geschatte hoeveelheid van 70.000 tot 90.000 proteïnen.
De DNA-helix is een gevlochten dubbele streng. Elke streng is gemaakt van 3,1 miljard nucleotiden. De nucleotiden zijn samen geschakeld om deze immens lange ketting te vormen. De basen worden aangeduid met hun beginletter: de “A” voor adenine, de “C” voor cytonsine, de “G” voor de base guanine en de “T” voor thymine.
Drie van deze basen op een rij vormen een “triplet” of “codon”. Er zijn slechts 4³ = 64 verschillende typen codons in een DNA-ketting. Elk triplet of codon is het genetisch equivalent van een aminozuur dat op haar beurt het bouwblok van een eiwit vormt. Een eiwit bestaat uit wel honderd aminozuren, dus het vereist een even groot aantal codons om een eiwit te coderen. De sequentie van de codons die een enkel eiwit codeert, wordt een “gen” genoemd.
Nucleotiden vormen bruggen van basenparen tussen de twee DNA- strengen. Een van de nucleotiden van een basenpaar bevindt zich in een van de DNA-strengen, terwijl de andere zich in de tegenoverliggende DNA-streng bevindt. Op deze manier vormen de basenparen een brug, een chemische verbinding tussen de twee DNA-strengen die hen samenbindt tot een dubbele helix die de vorm heeft van een wenteltrap.
Van de gehele ketting aan triplets in een complete DNA-streng wordt slechts 5% gebruikt voor het coderen van de reproductie van eiwitten. De overige 95% wordt junk-DNA of ookwel slapend DNA genoemd. Het lijkt een zinloze herhaling van tripletten waarvan de Westerse wetenschap niet goed weet wat ze ermee aan moet. Lange tijd hebben wetenschappers geloofd dat het 95% niet-coderende deel van het DNA volledig redundant was. Er bestaat nu echter bewijs dat het niet-coderende DNA helemaal niet nutteloos is en in feite wel eens belangrijker zou kunnen zijn dan de coderende codons. Revolutionaire nieuwe ontdekkingen hebben aan het licht gebracht dat het oude idee dat de inherente genetische opmaak van een organisme niet veranderd kan worden, niet klopt. Het is namelijk bewezen dat de sequentie van de codons van het DNA-molecuul, geherprogrammeerd kan worden!
Menselijk Genoom project
Het meest verregaande onderzoek naar de 5% coderende triplets van de menselijke DNA-streng dat ooit is uitgevoerd, vond plaats in een gezamenlijk project dat het “Internationaal Menselijk Genoom Project” genoemd wordt. De opdracht van dit project was om de complete structuur van het menselijke DNA te identificeren en al haar triplets en genen in kaart te brengen. Omdat het menselijke lichaam slechts 70.000 verschillende proteïnen bevat, werd verwacht dat er in het menselijke DNA tenminste 100.000 genen gevonden zouden worden - 70.000 om de fysieke reproductie van het menselijke lichaam te kunnen verklaren (eiwit-coderende genen) en zo’n 30.000 verschillende genen om de verschillen in persoonlijkheid en karakter van een mens te kunnen verklaren. Toen de eerst proefversie van het menselijke genoom gepresenteerd werd in 2001 en de uiteindelijke versie in 2004, bleken de hoge verwachtingen van de biologen in de wereld in duigen te vallen toen er uiteindelijk slechts 30.000 genen gevonden waren. Dertigduizend genen in het menselijke genoom, dat zijn er slechts 300 meer dan het aantal dat nodig is om een muis te “maken”. Het International Menselijk Genoom Project toonde vervolgens ook aan dat we maar liefst 98% van onze genen delen met de chimpansees!
Al onze aannamen over DNA als het heilige boek des levens dat de tekst bevat om elk hoofdstuk van de biologie te kunnen schrijven, dient nu opnieuw geëvalueerd te worden. Het verschil in DNA tussen een mens en een primaat waaruit wij geëvolueerd zijn, is eenvoudigweg te klein om alle verschillen in voorkomen te verklaren, laat staan de immense verschillen in bewustzijn en intelligentie. Op DNA-niveau hebben we meer gemeen met dolfijnen dan met apen.
Junk DNA
Terwijl de Westerse wetenschap investeerde in het Internationaal Menselijk Genoom Project en zich richtte op de 5% coderende triplets van het DNA, werd in 1990 in de Sovjet Unie een groep wetenschappers van de Academie voor Wetenschappen bijeengebracht om het gehele menselijk genoom te bestuderen. Dit onderzoek werd geleid door Dr. Pjotr Garjajev, lid van de Russische Academie voor Wetenschappen in New York. Het Russische onderzoeksteam koos voor een brede invalshoek en stond tijdens het onderzoek open voor nieuwe inzichten. Het team bestond uit biofysici, moleculair biologen, embryologen en zelfs linguistische deskundigen. Hun onderzoek toonde aan dat het zogenaamde junk DNA, dat door de Westerse wetenschap compleet vergeten en genegeerd werd, helemaal geen redundant overblijfsel was van de evolutie. Linguïstische studies toonden aan dat de volgorde van de codons van het niet-coderende DNA welgedefinieerde syntactische regels volgde. Er bestond een zekere structuur en logica in de sequentie van deze triplets, zoiets als een biologische taal. Onderzoek wees verder uit dat de codons feitelijk woorden en zinnen vormden en net als in onze gewone mensentaal grammaticale regels volgden.
De wetenschappers hebben veel onderzoek gedaan naar de oorsprong van de menselijke taal en de oorsprong van de grammaticaregels die zo essentieel zijn voor alle menselijke talen, maar ze waren nooit in staat de bron ervan te vinden. Maar voor het eerst in de geschiedenis kon nu de oorsprong van de taal verrassend genoeg toegeschreven worden aan DNA. De taal van de genen bleek veel en veel ouder dan welke menselijke taal dan ook die ooit gesproken is op deze aardbol. Het is zelfs denkbaar dat de DNA grammatica zelf als een blauwdruk gold voor de ontwikkeling van de menselijke spraak.
Waar het Westerse Internationale Menselijke Genoom Project de machinetaalcode van het DNA-molecuul ontcijferde, dat wil zeggen de structuur van de DNA-bits bestaande uit een sequentie van nucleotiden, ontdekten de Russische wetenschappers de hogere ‘programmeertalen’ die aanwezig zijn in DNA. Nog een verbazingwekkend feit was dat de groep van Garjajev ontdekte dat DNA op geen enkele wijze een gesloten boek van het leven bleek te zijn. Zij ontdekten dat de tekst van het DNA-boek veranderd kon worden. De codons van de DNA-streng konden opnieuw gerangschikt worden in verschillende sequenties. Met ander woorden de software van het menselijke genoom, ons DNA-molecuul, kon geherprogrammeerd worden! Onderzoek heeft uitgewezen dat de triplets in de DNA-streng van plaats blijken te kunnen wisselen.
Omdat men ontdekt heeft dat DNA een syntax en een semantiek heeft die lijkt op onze menselijke taal, is hiermee aangetoond dat ons huidig beperkte inzicht van DNA als zou zij enkel dienen voor de reproductie van proteïnen voor de chemische opbouw van een organisme, slechts één kant van het verhaal is.
Toen in-vitro DNA in reageerbuisjes blootgesteld werd aan coherent laserlicht, spiraalde dit laserlicht langs de DNA-helix alsof het geleid werd door de structuur van het DNA-molecuul. Het meest verbluffende effect werd echter waargenomen toen het DNA zelf verwijderd werd en het laserlicht bleef spiralen. Het vacuüm van de ruimte dat net daarvoor nog ingenomen werd door het DNA, was veranderd en iets zorgde ervoor dat het laserlicht bleef spiralen. Deze effecten werden gemeten en bleven voor een lange tijd voortbestaan nadat het DNA werd weggenomen. Het effect begint nu bekend te worden als het DNA-fantoomeffect. Vladimir Poponin en zijn team van de Russische Academie voor Wetenschappen herhaalde het werk van Garjajev aan het ‘Hearthmath Institute’ in de Verenigde Staten. Poponin stelde opnieuw vast dat er zich een veld gevormd had in het fysieke vacuüm dat bleef voortbestaan zelfs nadat het originele DNA verwijderd was. We hebben eerder vergelijkbare vacuümveranderingen gezien die toegeschreven konden worden aan torsievelden.
(1)
DNA programmering
Het meest verbazingwekkende experiment dat uitgevoerd werd door Garjajev’s groep is de herprogrammering van de DNA-codonsequentie d.m.v. gemoduleerd laserlicht. Door hun ontdekking van de grammatica van de DNA-taal waren ze nu in staat om coherent laserlicht en zelfs radiogolven zodanig te moduleren dat ze semantiek (betekenis) konden toevoegen aan de draaggolf. Op deze manier bleken ze in staat om in-vivo DNA in levende organismen te herprogrammeren door gebruik te maken van de coherente resonantiefrequenties van het DNA. De meest indrukwekkende ontdekking die men tot op heden gedaan heeft, is wel dat gesproken taal gemoduleerd blijkt te kunnen worden op de draaggolf wat hetzelfde herprogrammeerbare effect tot gevolg heeft. Welnu, dit is een ongelooflijke en verbazingwekkende wetenschappelijke ontdekking! Ons eigen DNA kan eenvoudigweg geherprogrammeerd worden door menselijke spraak, vooropgesteld dat de woorden gemoduleerd worden op de correcte draaggolf-frequenties!
Waar de Westerse wetenschap gecompliceerde biochemische processen gebruikt om DNA-triplets te knippen en te plakken in het DNA-molecuul, gebruiken Russische wetenschappers gemoduleerd laserlicht om precies hetzelfde te doen. De Russen hebben al bewezen zeer succesvol te zijn in het repareren van beschadigd in-vivo DNA-materiaal!
Laserlichttherapieën gebaseerd op Garjajev’s ontdekkingen worden al met succes toegepast op verschillende soorten huidkanker in sommige academische ziekenhuizen in Europa. De op deze behandelde kanker genas zonder enige resterende littekens.
(2)
Emoties
Daniel Winter en zijn ‘Hart Coherentie Team’ hebben bewijs gevonden dat ook menselijke emoties in staat zijn om DNA te herprogrammeren. De akoestische slagen van ons hart in het ritme van onze gevoelens, onze emoties, worden getransformeerd naar elektromagnetische energie in de klieren van het lichaam die als piëzo-elektrische omvormers fungeren en zo kortere elektromagnetische golflengten als tegenhanger van de emotionele geluiden van het hart voortbrengen. De emotie wordt op deze wijze “energie-in-beweging” ofwel e-motie, die als blauw coherent laserlicht rechtstreeks naar het DNA van iedere cel van het lichaam gestuurd wordt. Net zoals de lasers van de Russen dat deden, zo moduleert het blauwe coherente laserlicht op haar beurt nu de DNA-codons.
Bij nader onderzoek van het bovenaanzicht van DNA blijkt dat het de vorm van een dodecaëder heeft. Er zijn tien Phi-spiralen voor nodig om de spiraalvormige dodecaëdervorm van DNA te vormen. Het DNA-molecuul als golfvorm is afgestemd op het hart en is in staat om haar ‘akoestische emoties’ te ontvangen. Daniel Winter legt uit dat de implosie van de lange golven in de korte golven het mechanisme is om de emoties van het hart over te brengen naar ons DNA. De schaal (golflengte) mag dan verschillend zijn, maar de ratio van de golflengten blijft dezelfde: de Gulden snede ratio. Niet alleen emoties voeden ons DNA met blauw ultraviolet licht, ook cellulair metabolisme - de consumptie van voedsel - heeft uiteindelijk tot doel om kortgolvig blauw licht te creëren om ons DNA te voeden. Planten ontvangen dit licht direct van de zon door gebruik te maken van het chlorofyl in hun bladeren en van fotosynthese om de fotonen uit de zonne-energie te binden. Dieren die deze planten consumeren krijgen hun biofotonen indirect binnen van deze planten, de accumulatie is hier echter minder effectief geworden. Uiteindelijk wordt het coherente licht van de zon dan ook opgeslagen als biofotonen in het organisme. Het doel van metabolisme in zowel planten als dieren is om uiteindelijk hoog coherent ultraviolet laserlicht te creëren in het DNA dat nodig is voor de celreplicatie.
Veel onderzoek heeft uitgewezen dat er een duidelijke relatie bestaat tussen onze mentale en emotionele toestand en onze gezondheid. Mensen die voor een langere periode lijden aan depressies en negatieve gevoelens zullen uiteindelijk ook de schadelijke gevolgen hiervan ondervinden voor hun gezondheid. Is het u opgevallen dat degene die het meeste praat over een bepaalde ziekte, deze ook vaak uiteindelijk krijgt? Angst is een zeer negatieve emotie die niet bijdraagt aan de gezondheid. Wetenschappelijke studies hebben uitgewezen dat wanneer baby’s de strelende en liefdevolle aanraking van hun moeders moeten ontberen, ze uiteindelijk zelfs kunnen sterven, hoe goed ze ook gevoed werden! De liefdevolle knuffels van de moeder worden rechtstreeks gestuurd naar het DNA van de baby!
Daniel Winter stelt overduidelijk dat onze emoties ons DNA programmeren en het immuunsysteem van onze cellen beïnvloeden. Negatieve emoties vernietigen de coherentie van het immuunsysteem terwijl positieve emoties die juist versterken. Volgens Winter is dan ook het gezondste dat we kunnen doen, zo veel mogelijk gelukzaligheid en extase zien te ervaren in ons leven omdat dit de meest gezonde emotie is die ons op de lange duur een lang leven bezorgt.
Biogolfcomputer
De golfverwerkende en modulerende eigenschappen van DNA hebben een totaal nieuwe functie van het DNA-molecuul aan het licht gebracht. Lange tijd hebben we geloofd dat het enige doel van DNA was drager te zijn van genetische informatie ten behoeve van de reproductie van het leven. Naar nu blijkt is dit slechts de helft van het verhaal.
Garjajev en anderen postuleren in een wetenschappelijk artikel getiteld ‘DNA wave Biocomputer’, dat DNA niets minder is dan een intelligente biologische computer, een intelligent “apparaat” dat in staat is om biologische informatie, afkomstig van alle cellen in het lichaam, op te slaan en weer te raadplegen. Daarbij zijn de chromosomen van alle cellen onderling verbonden in een holistisch continuüm, een soort biologisch internet in het lichaam. De DNA-chromosomen vergaren op die manier onbeperkt informatie van het celmetabolisme dat plaatsvindt in iedere cel en reageren hierop door regulerende elektromagnetische signalen uit te zenden als terugkoppeling. De miljarden cellen waaruit het lichaam bestaat zijn op deze manier in voortdurende en ogenblikkelijke communicatie met elkaar. In kwantummechanische termen zijn ze non-lokaal met elkaar verbonden. Dit maakt de coördinatie mogelijk van ontelbare complexe biochemische gebeurtenissen die plaatsvinden in het lichaam, zodat deze op een coherente manier gereguleerd worden. Informatie-uitwisseling via het zenuwstelsel en de intercellulaire biochemische moleculaire diffusies zijn processen die veel te traag verlopen om de onmiddellijke reactie te verklaren die ons lichaam in staat is te geven op externe stimuli. Evenzo kan het de verbluffende coherentie niet verklaren waarmee al onze lichaamfuncties in perfecte eenheid uitgevoerd worden.
Ander bewijs van het feit dat ons lichaam een enkelvoudig supercoherent opererend biosysteem is, komt van Cleve Backster. Hij bewees dat cellen die geïsoleerd werden van het menselijke lichaam, in communicatie blijven met het lichaam, zelfs wanneer ze op grotere afstand van het lichaam werden gebracht. Hij gebruikte twee leugendetectors. Het eerste instrument was rechtstreeks verbonden met een vrijwilliger. Het andere apparaat, dat twaalf kilometer verderop stond opgesteld, was verbonden met slechts het mondslijmvlies van deze persoon. Backster kon bewijzen dat veranderingen in de emotionele toestand van de proefpersoon gelijktijdig gereflecteerd werden in beide leugendetectors. De enige verklaring voor de uitkomst van dit experiment is dat al onze lichaamscellen onderling non-lokaal verbonden zijn ongeacht hun onderlinge afstand en dat deze connectie in stand blijft zelfs wanneer de cellen geïsoleerd worden van het lichaam (₃)
Volgens Garjajev wordt de erfelijke informatie van het organisme ook non-lokaal opgeslagen, hetgeen betekent dat deze niet beperkt is tot het DNA-molecuul zelf. Het DNA-molecuul fungeert slechts als het opslagmedium dat in staat is om deze erfelijke informatie te lezen en te schrijven van en naar een non-lokaal gedistribueerd veld. DNA acteert hier als een fractalomgevingmgeving die op een holografische manier het coherente blauwe laserlicht opslaat. Dit erfelijkheids-hologram kan gelezen worden door gebruik te maken van ofwel elektromagne-tische ofwel akoestische velden.
Hier is een citaat uit het artikel:
“DNA werkt als een soort antenne die niet alleen openstaat voor de interne invloeden en veranderingen in het organisme, maar ook voor die van buitenaf. We beschouwen dit als één van onze primaire ontdekkingen die zich in het licht van de kwantum non-lokaliteit van organismen niet alleen uitbreidt naar de lokale omgeving van het organisme, maar ook tot ver daarbuiten, tot het gehele universum aan toe.”
We herinneren u eraan dat in hoofdstuk 3 ‘Wetenschap en bewustzijn’, in de paragraaf ‘Morfische Velden’ bioloog Rupert Sheldrake al het morfische veld voorgesteld had. Morfische velden leggen de genetische informatie vast die gedeeld wordt door alle leden van een soort. Het DNA-golf biocomputermodel, zoals voorgesteld door Garjajev en zijn groep, werpt een heel nieuw licht op de vragen waar en hoe genetische informatie eigenlijk opgeslagen wordt en waar deze informatie oorspronkelijk vandaan komt. Als genetische informatie in werkelijkheid opgeslagen ligt in morfische velden, in de structuur van ruimte en tijd zelf, dan zouden we ook eens Darwin’s evolutietheorie onder de loep moeten nemen.
(4)
Intelligent Ontwerp
Ondanks het feit dat het darwinisme al sinds 1859 in zwang is, heeft het in de laatste decennia aan nogal wat kritiek blootgestaan. Deze omstreden theorie is nog steeds niet in staat alle vragen te beantwoorden m.b.t. de evolutie van de soorten. Zo is het darwinisme niet in staat om de explosie van plotselinge nieuwe levensvormen te verklaren die zich zo’n 530 miljoen jaar geleden op deze planeet voordeed. De overvloedige hoeveelheid nieuwe hogere levensvormen met een hoger niveau van biologische complexiteit dan alle soorten ervoor die toen is ontstaan, vereiste in een relatief zeer kort tijdsbestek ook de ontwikkeling van nieuwe soorten eiwitten en corresponderende genen. Deze explosie kan moeilijk worden verklaard door een spontane toename in de natuurlijke mutaties van de genen. Ook is het moeilijk voor te stellen hoe een nieuwe soort zich spontaan kan ontwikkelen uit zijn voorganger, omdat er een zeer groot aantal coherente spontane mutaties voor nodig is die allemaal gelijktijdig moeten optreden om zo alle eigenschappen van de nieuwe soort voort te brengen. Hoe is het mogelijk dat de natuur in staat is geweest om een complex biologisch systeem, zoals bijvoorbeeld het oog, voort te brengen, enkel en alleen door wat te “goochelen” met de codons van het DNA-molecuul? Alle biologische systemen zoals de organen, het immuunsysteem en de zintuigen zijn veel te complex om slechts door puur toeval tot stand te zijn gekomen. Het probleem met deze complexe biologische systemen is dat ze zich niet gaandeweg ontwikkeld hebben via allerlei tussenvormen omdat deze prototypen namelijk volledig ontbraken in het fossielenarchief.
Veel nieuwe biologische functies, zoals het gezichtsvermogen, waren spontane creatieve uitvindingen die plaatsvonden in het evolutieproces. Toen steeds meer fossielen gevonden werden in de zoektocht naar de ontbrekende schakels werd paradoxaal genoeg steeds meer bewijs verzameld dat erop wees dat de evolutie van de ene soort naar de andere zich had afgespeeld in kwantumsprongen zoals van de ongewervelde naar de gewervelde soorten en dus niet via vele verschillende tussenvormen.
De ontwikkeling van een nieuwe soort vereist de coherente en gelijktijdige betrokkenheid van veel nieuwe biologische functies. Voor het ontstaan van nieuwe soorten, zoals vogels, is het niet voldoende om alleen veren te ontwikkelen; het vereist ook lichtgewicht botten en spierstructuur. Wanneer een mutant alleen veren ontwikkelt, levert hem dat geen enkel biologisch voordeel op en de natuurlijke selectie zou deze nieuwe levensvorm uiteindelijk elimineren. Wij mensen stammen zogenaamd af van de apen, maar evolutionisten zijn nooit in staat geweest om echt bewijs te leveren voor deze aanname.
De wiskundige Fred Hoyle kwam met een mooie en geloofwaardige analogie om te bewijzen dat evolutie moeilijk beschouwd kan worden als een gelukkig roulettespel. Hij nam de kubus van Rubik als voorbeeld voor zijn analogie. Elk vlak van deze wereldberoemde kubus is geconstrueerd uit een matrix van negen kleinere kubussen per vlak. Elk van de drie lagen in het vlak van de kubus kan draaien rond een verticale en horizontale as. Ieder vlak heeft een eigen kleur en wanneer de puzzel is opgelost hebben alle vlakken weer dezelfde kleur.
Stel nu dat we dit speeltje aan een blinde man geven en hem vragen deze puzzel voor ons op te lossen. Hoyle berekende dat de blinde man naar verwachting 5 x 10¹⁸ draaiingen nodig zou hebben om tot een goed eindresultaat te komen. Stel nu dat hij één draaiing per seconde maakt, dan zou het hem 5 x 10¹⁸ seconden = 126 miljard jaar kosten om de puzzel bij toeval op te lossen. Dat is langer dan de geschatte leeftijd van ons universum! Stel nu dat we de blinde man helpen en hem adviseren met een ja of nee bij elke draaipoging, dan kan de puzzel worden opgelost in slechts 120 draaiingen, wat dus slechts twee minuten tijd in beslag neemt.
Om de puzzel van Rubik’s kubus op te lossen dienen we slechts 9 * 6 = 54 kleinere kubussen uit te lijnen, maar om de ‘ puzzel des levens’ op te lossen, moeten 3,1 miljard nucleotiden perfect uitgelijnd worden in een DNA-keten!
Geloven we nu nog steeds dat de evolutie het werk was van een blinde?
Professor in de evolutionaire biologie aan de universiteit van Cambridge, Simon Conway Morris gelooft dat er een goddelijke oorzaak moet bestaan voor onze evolutie. Zijn onorthodoxe zienswijze is niet erg populair bij zijn collega’s. Hoewel hij niet gelooft dat de mens het resultaat is van een fantastisch ongeval in de evolutie, is hij er ook klip en klaar over dat hij niet de visie aanhangt van de creationisten wier enige waarheid is dat God de wereld in zeven dagen geschapen heeft. Hij brengt enkele zeer interessante argumenten voor zijn stelling naar voren. Volgens Morris is de evolutie namelijk meermalen met dezelfde oplossing gekomen voor hetzelfde probleem. De camera-achtige oplossing voor het oog is bijvoorbeeld tenminste 6 maal ‘uitgevonden’ bij totaal verschillende diersoorten die deze oplossing niet doorgegeven hebben via de uitwisseling van hun genen. Simon Conway Morris toont aan dat er in de natuur veel voorbeelden te vinden zijn van identieke convergenties van biologische functies, identieke oplossingen die compleet onafhankelijk van elkaar en in verschillende soorten ontstonden. Hij zegt dat omgevingsfactoren zoals zuurstof, water, zonlicht en zwaartekracht waarschijnlijk het aantal mogelijke oplossingen terugbrengt tot slechts een beperkt aantal. Dus wanneer er convergentie bestaat in de ontwikkeling van biologische functies betekent dit dat deze niet toevallig zijn.
(5)
Een ander lastig vraagstuk voor darwinisten is de plotselinge sprong in intelligentie en bewustzijn die zich voordeed bij de Neanderthalers zo’n 35.000 jaar geleden. Van in grotten levende jagers maakten zij plots een enorme culturele en intelligente ontwikkelingsspurt door; ze gingen gereedschappen maken, het land bewerken en dieren houden. De mensheid maakte het leven voor zichzelf voor het eerst in de evolutie een stuk comfortabeler omdat niet langer het najagen van dieren in het wild de enige optie was om in het levensonderhoud te voorzien. Indien deze duidelijke sprong voorwaarts voor de mens een genetische achtergrond heeft, dan kan het darwinisme deze niet eenduidig verklaren.
Een van de belangrijke pijlers van het darwinisme is de aanname dat genmutaties onafhankelijk van externe veranderingen in de omgeving plaatsvinden. De reden waarom de aangepaste soorten de veranderingen in de omgeving overleven is omdat ze ‘toevallig’ beter toegerust zijn om te overleven. Natuurlijke selectie zorgt er hierbij voor dat deze beter toegeruste mutanten zullen overleven; dit selectieproces wordt ‘de overleving van de sterkste’ genoemd.
Dr. Bruce Lipton is het volledig oneens met dit axioma van het darwinisme en stelt dat cellen zelf het vermogen hebben om hun eigen DNA te herprogram-meren wanneer de omgeving dit verlangt. Harvard geneticus John Kearns leverde in 1988 het eerste bewijs voor Dr. Lipton’s opmerkelijke hypothese. Hij plaatste bacteriën die geen melksuiker (lactose) konden verteren in een omgeving die uitsluitend bestond uit lactose. Lactose was dus hun enig mogelijke voedings-bron. In plaats van uit te sterven, bleken deze bacteriën zodanig in staat hun DNA te herprogrammeren dat ze zich konden voeden met de lactose en zo te overleven. Dus Lipton is de tweede onafhankelijke bron die stelt dat herprogrammering van DNA mogelijk is!
(6)
Het laatste wat volgens Darwin’s theorie zou kunnen uitsterven is waarschijnlijk het darwinisme zelf; de wetenschappelijke kritiek groeit en alternatieve evolutietheorieën zijn al in opkomst. De meest radicale opponenten van de darwinisten zijn de creationisten die eenvoudigweg geloven in de letterlijke tekst van Genesis en heftig volhouden dat het God was die Adam en Eva schiep en al het ander leven op aarde, zo’n achtduizend jaar geleden. Natuurlijk kan dit simplistische en nogal fundamentalistisch geloof in de Bijbel niet serieus genomen worden omdat het fossielenarchief deze stelling geheel tegenspreekt.
In 1995 ontstond er echter een serieuzere evolutietheorie de ‘Intelligent Design’ (ID) theorie. De grondlegger van de Intelligent Design theorie is Michael Behe die zijn evolutietheorie lanceerde in een publicatie getiteld ‘Darwin’s zwarte doos’. De Intelligent Design theorie stelt dat het leven op aarde het resultaat is van een intelligent ontwerp in plaats van een ongeleid proces van ‘vallen en opstaan’. De aanhangers van deze theorie erkennen, in tegenstelling tot de creationisten, dat het leven op aarde zich ontwikkeld heeft in stadia van geleidelijke vooruitgang met kleine adaptieve aanpassingen, gevolgd door evolutionaire sprongen, waarvan het laatste verschijnsel alleen verklaard kan worden als het gevolg van een intelligente oorzaak.
Kwantumfysicus Amit Goswami gelooft in zijn boek ‘‘Het Visionaire Venster’ dat de kwantumsprongen in de ontwikkeling van de soorten verklaard kunnen worden door de kwantumwetenschap. Een aantal kwantumwetenschappers heeft de basis gelegd voor wat zij kwantumevolutie noemen.
Het kernidee van kwantumevolutie is dat de genmutaties plaatsvinden in de kwantumtoestand en niet in de klassieke toestand van de newtoniaanse fysica. Kwantumsuperposities van genmutaties manifesteren zich niet onmiddellijk in het fenotype van de organismen, maar verzamelen zich over miljoenen jaren in de genenbanken van de soorten. Goswami vermeldt dat morfisch genetische velden wel eens de opslagplaats zouden kunnen vormen voor deze kwantummutaties. Kwantummutaties staan een bijna oneindig aantal mogelijke genmutaties toe die alle gelijktijdig plaatsvinden. Alleen veranderingen in het genoom van een nieuwe levensvorm die biologisch betekenis heeft vervalt uiteindelijk van de kwantumtoestand naar de klassieke toestand. Goswami vermeldt dat er bewustzijn bij betrokken moet zijn om het verval van de kwantumtoestand op gang te brengen alvorens de nieuwe soort kan ontstaan.
Kwantumevolutie zou kunnen verklaren waarom er nooit overgangsvormen gevonden zijn in het fossielenarchief, omdat deze overgangsvormen in het kwantumrijk namelijk slechts virtueel bestaan hebben. Nieuwe soorten ontstaan uitsluitend in kwantumsprongen. Nadat deze nieuwe soorten zijn ontstaan gebruikt de natuur het natuurlijke selectieproces om die genen uit de beschikbare genen uit de genenbank van de nieuwe soort te selecteren welke zich het best hebben aangepast aan de omgeving. Dus de adaptieve aanpassingen van de soort die in nieuwe omgevingsituaties plaatsvinden zijn altijd al beschikbaar geweest in de collectieve genenbank. Dus kwantumevolutie omarmt het darwinisme in zoverre dat het gelooft dat het natuurlijke selectiemechanisme een druk legt op de soorten om zich aan te passen in de perioden tussen de kwantumsprongen van nieuwe soorten.
In tegenstelling tot het darwinisme, dat gelooft dat de evolutie geen doel heeft, zegt Goswami’s theorie dat er in de evolutie een duidelijke richting bestaat van eenvoudige naar steeds complexere levensvormen. Hij gelooft dat de bewuste keuze voor het verval van het kwantumpotentieel aan genen om nieuwe soorten te creëren in overeenstemming is met een groter plan.
De fundamentele vraag is inderdaad waarom het leven op aarde zich ontwikkelde van primitief onbewust ééncellig leven tot de zelfbewuste mens? Wat kan het doel zijn van zelfbewustzijn wanneer de evolutie alleen maar zou gaan over Darwin’s overlevingstrategie van de egoïstische genen?
(7)
De nieuwe ontdekkingen die in dit boek uiteengezet worden betreffende een alles doordringende kosmische energie die overal in het universum aanwezig is en die tevens kan dienen als opslagmedium voor de morfisch genetische velden van het DNA, lijken het darwinisme tegen te spreken en het voordeel van de twijfel te geven aan de Intelligent Design en theorie van de kwantumevolutie.
Ook de chaostheorie lijkt de Intelligent Design theorie van Michael Behe te ondersteunen. De fractal-attractoren van de chaostheorie stellen ons voor de filosofische vraag of er doelgerichtheid bestaat in het universum. Worden we misschien voortgetrokken naar een einddoel? Trekt de evolutie ons naar een definitief einddoel ergens in de toekomst of duwen de willekeurige darwinistische mutaties ons dan toch doelloos voort? Chaostheorie lijkt de voorkeur te geven aan de eerste optie.
Recapitulatie
DNA dient niet enkel als een chemische geheugenchip voor de reproductie van proteïnen. Russisch onderzoek heeft aangetoond dat we de intelligentie van DNA onderschat hebben omdat het fungeert als een biocomputer en in staat is om biologische informatie te verwerken van de celmetabolismen die plaatsvinden in het ons lichaam. Het meest verbazingwekkende is dat de condonsequenties van DNA geherprogrammeerd kunnen worden door coherente frequentiebronnen zoals gemoduleerd laserlicht, radiogolven en menselijke emoties. We zijn nog maar net begonnen om de brugfunctie van DNA naar informatievelden te ontdekken - de brug naar wat Rupert Sheldrake de morfisch genetische velden van het leven noemt. Morfisch genetische velden zouden wel eens de sturende kracht achter de biologische evolutie kunnen zijn, in tegenstelling tot de willekeurige mutaties van de genen en het natuurlijke selectieproces zoals Darwin ooit voorstelde.
Deze nieuwe ontdekkingen laten zien hoe weinig we eigenlijk pas weten over DNA. Niettegenstaande het feit dat we in het Westen schijnbaar nog maar over zeer beperkte kennis beschikken aangaande DNA, hebben we desalniettemin de vrijheid genomen om het genoom van gewassen en organismen maar vast naar believen aan te passen. Deze onderneming zou wel eens heel gevaarlijk voor de biosfeer kunnen blijken te zijn en voor het overleven van het leven op aarde zelf, omdat herstructurering van het DNA-molecuul de golfeigenschappen van het DNA vernietigt waarvoor de natuur miljoenen jaren nodig heeft gehad om die te perfectioneren.
Totdat we de taal van het DNA spreken , moeten we niet proberen het ‘boek des levens’ te herschrijven. Ik denk dat we op een dwaalspoor geraakt zijn en ons op een zeer gevaarlijk pad bevinden.
.
|