Hoofdstuk 10 Spiraalsgewijze evolutie
Het darwinisme is een dogma geworden, een soort geloof op zichzelf en het wordt tegenwoordig heviger verdedigd dan ooit. De reden is begrijpelijk vanuit een wetenschappelijk standpunt. De axioma’s van de wetenschap zelf staan namelijk op het spel.
Aanhangers van het darwinisme verdedigen de theorie zo heftig omdat ze bang zijn dat de wetenschap uiteindelijk haar fundamenten zal verliezen indien bewezen zou worden dat de evolutie inderdaad niet willekeurig verloopt, maar doelgerichtheid kent. De deur naar een mogelijke goddelijke kracht in de natuur zou weer geopend worden, nadat deze enkele honderden jaren geleden gesloten werd. Het was de Franse mathematicus Simon Laplace die na Descartes deze deur definitief sloot. Op de vraag van Napoleon waarom hij in al zijn boeken God als causale kracht voor de beweging van de hemellichamen weggelaten had, antwoordde de geleerde dat de hypothese van God niet langer nodig was.
De wetenschap is stevig gegrondvest in de aanname dat de werkelijkheid verklaard kan worden door reductionisme en determinisme. Alle goddelijke oorzaken werden verworpen en naar het domein van de religie verwezen. Dus de werkelijke kwestie die ter discussie staat, is niet van wetenschappelijke, maar van spirituele aard. Moet de wetenschap God binnenlaten nu hij aan de deur staat te kloppen?
Universeel evenwicht
In zijn boek ‘Kosmische visie’ brengt Ervin Laszlo een interessant punt in de discussie naar voren. Terwijl neo-darwinisten zoals Richard Dawkins en Intelligent Design aanhangers strijden over de legitimiteit van het darwinisme, legt Laszlo uit dat de discussie beperkt blijft tot alleen de biologische evolutie. Hij zegt dat we verder moeten kijken en dat we de evolutie van het universum in zijn geheel in de discussie moeten betrekken. Volgens Laszlo is de echte vraag hoe het universum zich heeft kunnen ontwikkeling tot een toestand waarin de biologische evolutie überhaupt kon plaatsvinden.
Ons universum ontwikkelde zich van plasma naar elementaire deeltjes, atomen, moleculen, planeten, sterren en sterrenstelsels die uiteindelijk op aarde de condities schiepen die perfect geschikt waren om levensloze materie met leven te bezielen. Het werkelijke wonder van de evolutie is dat de fysische constanten en wetten van het universum dusdanig coherent op elkaar afgestemd zijn dat ze het mogelijk maken dat het universum evolueert en in staat is om levensvormen voort te brengen. Indien de perfecte coherentie van al deze fysieke wetten en constanten maar enigszins zou afwijken, zou er geen universum zoals wij dat vandaag de dag kennen bestaan, noch zou er leven mogelijk zijn op aarde. Als de expansiesnelheid van het universum maar een miljardste minder zou zijn geweest, zou het universum kort na de oerknal ineen zijn geklapt. Als het echter een miljardste meer was geweest, was het universum verdampt tot koude gassen. Indien elektromagnetisme en de zwaartekracht niet coherent afgestemd waren, zouden er geen hete sterren zijn geweest en geen planeten waarop zich leven kon ontwikkelen. Indien elektronen en protonen niet exact dezelfde tegengestelde ladingen hadden gehad, dan zouden er geen atomen zijn geweest en dus ook geen DNA. Alle fysieke constanten in de natuur lijken op miraculeuze wijze gebalanceerd. Als er maar een enkele constante enigszins zou afwijken, dan zou u deze woorden nu niet lezen.
En hier zijn we dan! Er moet wel een plan zitten achter de evolutie van het universum en het leven. De kans dat het universum uit zichzelf tot stand gekomen is zonder intelligente begeleiding is volslagen onvoorstelbaar.
Erwin Laszlo heeft in de afgelopen 40 jaar een integrale systeemtheorie ontwikkeld. Deze theorie heeft als vertrekpunt het metafysische werk van de natuurfilosoof Alfred North Whitehead die een organische metafysica ontwikkelde.
Hij stelde dat onze werkelijkheid is samengesteld uit individuele, verstrengelde organische entiteiten. Levende organismen vormen slechts één van de vele manieren die de natuur voor zichzelf gevonden heeft om deze organische entiteiten tot uitdrukking te brengen. Het leven in de kosmos evolueert als één geheel, een netwerk van schijnbaar afzonderlijke entiteiten die elkaar echter wederzijds beïnvloeden. Whitehead concludeerde dat de werkelijkheid een proces is, een integraal evolutionair proces. Laszlo gebruikte het metafysische raamwerk van Whitehead als basis voor zijn integrale systeemtheorie die uitlegt hoe de evolutie van ons universum plaatsvindt als een integraal proces van individuele, maar niet gescheiden systemen. De torsiegolven die het A-veld vormen de fysieke onderbouwing van zijn evolutionaire systeemtheorie.
(1)
Er is nog een manier om uit te leggen dat de schepping niet het resultaat kan zijn van een gelukkig toeval. Een van de meest intrigerende wetten in de natuur is de tweede wet van de thermodynamica. Die stelt dat het universum en al haar bekende processen, of het nu fysische, chemische of biologische processen betreft, allemaal streven naar de laagst mogelijke staat van energie en orde. In natuurkundige termen zeggen we dat de systemen in de natuur streven naar een hogere graad van entropie (wanorde). Astrofysici vertellen ons dat over miljarden jaren het universum als geheel weer zal vervallen tot haar oorspronkelijke staat van chaos. De tweede wet van de thermodynamica zegt in duidelijke taal dat uiteindelijk alle geordende systemen zullen terugkeren tot een chaotisch systeem. Dit principe doet zich dagelijks voor in onze wereld. Indien we bijvoorbeeld onvoldoende energie steken in het conserveren van de dingen die we gemaakt hebben, dan zullen ze uiteindelijk in verval raken. We ervaren ‘sterfte’ dagelijks om ons heen is, of het nu gaat om uw auto die het begeeft, uw huis dat een nieuwe verfbeurt nodig heeft, of de kat die zojuist is gestorven. Niets is eeuwig en alles is onderhevig aan entropie tenzij we onze energie en inspanning erin blijven stoppen om het te behouden!
Wanneer we echter met andere ogen naar de wereld kijken, zien we tevens overal leven manifest, hetgeen toch een zeer hoge graad van orde is! Alles wat we om ons heen zien is geschapen uit de oerstaat van pure chaos, het vroegste universum, luttele seconden na de oerknal. De wetenschap stelt dat, wanneer er orde ontstaat in een systeem, er elders wanorde geschapen moet zijn omdat de tweede wet van de thermodynamica niet toestaat dat de totale orde in het universum toeneemt.
De schepping zelf echter lijkt het bewijs te zijn van het feit dat de totale orde in het universum is toegenomen sinds haar vroegste conceptie en dat negentropie (negatieve entropie) dus ook moet bestaan. De levenskracht in iedere plant, elk dier en ieder mens op deze planeet is de kracht die voortdurend de effecten van de entropie tegengaat. Dus naast de tweede wet van de thermodynamica die alles afbreekt, moet er ook een creatieve kracht in de natuur bestaan die zomaar orde uit de chaos schept.
Tijdscycli
Wetenschappers hebben cycli ontdekt in natuurlijke fenomenen die op de een of andere manier gekoppeld blijken te zijn aan de planetaire bewegingen en de activiteit van de zon. Voorbeelden zijn ondermeer biologische processen, economische groeicijfers, koersen op effectenbeurs, populatiegroei en dergelijke. Het verbazingwekkende van deze geheel onafhankelijke en op zichzelf staande fenomenen is dat ze coherent optreden. Ze zijn harmonisch verbonden alsof er een ongeziene kracht is die ze samenbindt d.m.v resonantie. Vandaag de dag is de wetenschap niet in staat om deze coherentie te verklaren; hoe moeten we resonantie verklaren tussen compleet verschillende en gescheiden fenomenen als er geen energetische effect of kracht bekend is die ze onderling verbindt? Alleen een alom aanwezig energieveld zoals de ether zou uiteindelijk kunnen verklaren hoe dit soort onafhankelijke fenomenen gekoppeld zijn d.m.v. resonantie aan bijvoorbeeld de zonnevlekcyclus.
Wetenschapper Ray Tomas heeft een theorie ontwikkeld die hij de ‘Harmonics of the Universe’ noemt. Ray heeft jarenlang voor zijn klanten allerlei economische modellen uitgewerkt om voorspellingen te kunnen doen aangaande prijsfluctuaties van allerhande handelsgoederen. Uiteindelijk ontdekte hij een cyclisch gedrag in de prijskoersen die wonderlijk genoeg harmonische veelvouden bleken te zijn van de omlooptijden van de planeten. Tevens vond hij muzikale ratio’s terug in de harmonischen met fracties van 3/2, 4/3 en 2 alsmede verhoudingen van 4:5:6:8 die de majeur-akkoorden vormen in de muziektoonladders. Zijn theorie veronderstelt nu dat er veel natuurlijke cyclische fenomenen zijn zoals biologische, fysische en economische cycli, die harmonische frequenties hebben die onderling gerelateerd zijn, net zoals muzieknoten dat zijn. Tomas ontdekte dat veel economische cycli pure harmonischen zijn van de rotatie van de zon, de snelheid van de zonnerotatie bij de equator van 25,8 dagen en de zonnevlekcyclus van 11,07 jaar. De zonnevlekcyclus is de cyclus van de toename en afname van de zonneactiviteit die iedere 11,07 jaar culmineert in een zonnemaximum.
Ray Tomas gelooft dat de cycli die we aantreffen in ons zonnestelsel op hun beurt weer harmonischen zijn van veel grotere cycli in ons melkwegstelsel. Alle galactische cycli, zo wordt aangenomen, zijn vervolgens weer harmonischen van een enkele kosmische cyclus. De vedische tradities hebben altijd verklaard dat het universum het gevolg is van één resonerende oervibratie, de Ohm-klank van de schepping. In zekere zin zouden we kunnen zeggen dat ons universum één groot lied is, het is een uni-versum (één lied).
(2)
Uiteindelijk ontdekte Ray Tomas een harmonische ratio van 34.560 die op een wonderlijke manier de ratio blijkt te zijn die alles in het universum met elkaar verbindt, van het kleine kwantumrijk tot het grote universum zelf. Als we bijvoorbeeld de gemiddelde afstand nemen tussen de manen van de planeten en deze vermenigvuldigen met 34.560 dan krijgen we de gemiddelde afstand tussen de planeten. Als we deze waarde weer opnieuw vermenigvuldigen met 34.560 dan krijgen we de gemiddelde afstand tussen de sterren etc. De ratio 34.560 blijkt de volgende sferische objecten van klein naar groot te schalen: kerndeeltjes, atomen, cellen, manen, planeten, sterren, sterrenstelsels, universum. Het getal 34.560 is volgens Ray Tomas ook het basisgetal van veel cycli in het universum.
Een ander interessant feit is dat er een Soemerisch kleitablet gevonden is dat een kosmologische constante, genoemd naar de vindplaats Nineveh, blijkt te bevatten met een waarde van 70 * 60^7 (zeventig maal zestig tot de zevende macht). De Nineveh-constante bleek na onderzoek door de astrofysicus Maurice Chatelain perfect en tot op een seconde nauwkeurig alle omlooptijden van onze planeten te beschrijven indien hele fracties van dit getal genomen werden. Pluto bijvoorbeeld kent precies 25.000 cycli in de Nineveh-constante en de komeet van Halley kent precies 81.000 cycli. Omdat de eenheid van de Nineveh-constante de seconde is, staat de constante zelf gelijk aan een cyclustijd van grofweg 6,2 miljoen jaar. Uitgaande van de Nineveh-constante ontdekte onderzoeker David Wilcock vervolgens een galactische constante die hij de Wilcock-constante doopte en die gelijk is aan 0,7 * 60^9. De Wilcock-constante is exact 36 maal de Nineveh-constante en zou volgens Wilcock alle omlooptijden van objecten in ons sterrenstelsel harmonisch met elkaar verbinden.
(3)
Omdat we in hoofdstuk 6 “Ether vibraties” vernamen dat wetenschappers ontdekt hadden dat ons universum is geconstrueerd uit een alles doordringende vibrerende energie, zijn we niet verbaasd om resonantie aan te treffen in het universum tussen schijnbaar onafhankelijke cycli van onafhankelijke fenomenen.
De Oosterse vedische traditie heeft altijd al gesuggereerd dat onze evolutie verloopt in vier Yuga’s of wereldtijdperken. Volgens deze Oosterse traditie, ontwikkelt de kosmos zich in Cycli van het Ontluiken (Sandhya) gevolg door Cycli van het Inslapen (Sandhyansha). Elk van deze perioden beslaat een tiende van een Yuga en er zijn in totaal vier Yuga’s, te weten Krita, Tetra, Dvapara en Kali. De Kali Yuga is onze huidige Yuga die in deze tijd ten einde loopt. De vier Yuga’s samen vormen de grote cyclus van de kosmische evolutie.
Door de menselijke geschiedenis heen zijn er steeds perioden van ontluiken en perioden van inslapen geweest binnen de huidige Kali Yuga. Oosterse tradities vertellen ons dat er in de perioden van het ontluiken sprake is van een ontwaken van het menselijke bewustzijn. In tijden van het inslapen zou het menselijke bewustzijn echter weer aan spiritueel bewustzijn verliezen en raken we onze connectie met de goddelijke bron kwijt. Aan het einde van het tweede millennium, zo voorspelden de Oosterse tradities, zou de mensheid zich eindelijk weer begeven naar een nieuwe periode van ontluiken, een nieuwe tijd (new age), die samenvalt met het begin van het Waterman-tijdperk.
Gulden Tijdschaal
Zou de Oosterse spiritualiteit het bij het rechte eind kunnen hebben met de suggestie van het bestaan van kosmische evolutie-cycli? We beschikken nu over aanwijzingen dat de evolutie in het universum zich inderdaad cyclisch voortbeweegt langs een spiraalvormig pad. Dat wil zeggen dat gebeurtenissen uit het verleden verbonden zijn met gebeurtenissen uit de toekomst alsof er een resonantie plaatsvindt tussen beide gebeurtenissen.
Russische wetenschapper Dr. Nikolai A. Kozyrev die de torsiegolf ontdekte, de spiraliserende golf die zich door de ether beweegt, was de eerste die heeft gesuggereerd dat er een relatie bestaat tussen torsiegolven en het fenomeen tijd. Hij noemde de torsiegolf de tijdgolf. Onafhankelijk hiervan veronderstelt ook Tom Bearden dat er een relatie bestaat tussen de scalaire golven (torsiegolven) en het tikken van de tijd.
Zou het kunnen zijn dat de evolutie niet willekeurig verloopt, maar juist plaatsvindt in wederkerige gebeurtenissen die bij iedere draai van de spiraal steeds meer complexiteit toevoegen aan de ontwikkeling van het universum en het leven op aarde? Het heersende darwinistische idee sluit elke mogelijkheid uit dat een energetische kracht de evolutie zou kunnen leiden. Evolutie is eenvoudigweg een compleet willekeurig en onbevooroordeeld proces, althans volgens het darwinisme. Er bestaat nu echter bewijs dat dit misschien wel eens niet het geval zou kunnen zijn.
De coherentie die wetenschappers ontdekt hebben tussen de vele ongerelateerde fenomenen in de biologie, de natuur, de economie en de geschiedenis, lijkt erop te wijzen dat gebeurtenissen onderling verbonden zijn en op de één of ander manier resoneren.
Dit is precies wat Dr. S.V. Smelyakov en Y. Karpenko veronderstellen en ook beweren te kunnen bewijzen. Smelyakov is internationaal vice-president van ISAR en lid van het Gulden Fonds van Cyclische Wetenschappen in Rusland. Yuri Karpenko is lid van de Sociëteit voor Astrologisch Onderzoek, de ‘Hamburg School’ en Astrovita. Samen hebben ze in 1999 een zeer opzienbarend wetenschappelijk artikel gepubliceerd getiteld de ‘The Auric Time Scale and the Mayan factor’. Hoewel Karpenko medeauteur van dit artikel is, is het hoofdzakelijk Dr. Smelyakov zijn theory.
In dit artikel stellen ze dat de planetaire omlooptijden, de 11-jarige zonnecyclus, demografische trends, de tijdperken van de komst van de Grote Meesters voor de mensheid, geologische, economische en andere cycli in natuur en samenleving allemaal onderling verbonden zijn en gesynchroniseerd worden door de Gulden snede, de Phi-ratio (Ф) en de Fibonnaci-reeks.
Even zo opmerkelijk is de bewering van beide wetenschappers dat al deze cycli gerelateerd zijn aan en gesynchroniseerd worden door de Maya Lange-Tellingkalender, de mystieke kalender die eindigt op 21 december 2012. Er bestaat algemene consensus dat de startdatum van de Maya-kalender 11 augustus 3114 v.Chr. is en dat de einddatum valt op 21 december 2012, wat een totale tijdspanne beslaat van 5.125 jaar. We weten inmiddels dat de oude Maya’s de duur van het gemiddelde zonnejaar kenden met een precisie van enkele decimalen achter de komma. Daarbij was hun Venus-kalender accuraat tot op 2 uur per 500 jaar! Hoe ongelooflijk deze nauwkeurigheden ook mogen zijn, het meest zinbegoochelende van hun kennis is ongetwijfeld de Maya Lange-Tellingkalender. De Maya’s associeerden het aflopen van de Maya Lange-Tellingkalender met het Einde der Tijden. Ik benadruk met klem dat de Maya’s hiermee niet bedoelden dat dit het einde van de wereld zal betekenen!
Om zijn hypothese te bewijzen vergaarde Dr. Smelyakov allereerst wetenschappelijk bewijzen dat het zonnestelsel, planetaire omlooptijden, zonnerotatie en de gemiddelde zonneactiviteitperiode van 11,07 jaar stuk voor stuk harmonisch gerelateerd zijn. Resonantie vindt hier plaats in twee domeinen; het harmonisch lineaire domein en het exponentiële non-lineaire domein. Lineaire resonantie is resonantie die plaatsvindt wanneer resonerende cycli gehele fracties zijn van de broncyclus. Ray Tomas en anderen hadden deze harmonisch lineaire cycli van de omlooptijden van de planeten reeds ontdekt. Ook de Nineveh-constante staat voor lineaire harmonische resonantie omdat deze het basisgetal is voor planetaire lineaire harmonischen. Wanneer hele fracties van dit getal genomen worden, kunnen de omlooptijden van de planeten in ons zonnestelsel op een seconde nauwkeurig berekend worden.
Dr. Smelyakov ontdekte ook de niet-lineaire resonantie die niet alleen optreedt tussen de omlooptijden van de planeten onderling, maar tevens ook met de zonneactiviteit cyclus, de cyclus van de zonnerotatie en de omlooptijd van de asteroïdengordel. De exponentieel toenemende of afnemende resonantie-frequenties zijn merkwaardig genoeg de Gulden snede fracties van de bronfrequentie. De resonantiefrequenties kunnen daarom beschreven worden door de volgende reeks die bekend staat als de ‘Auric Time Scale’ (Gulden Tijdschaal) en aangeduid wordt door de volgende discrete verzameling:
We herkennen dat deze reeks de Gulden snede versie van de Fibonacci-reeks is. Het is dezelfde reeks die d.m.v. golfimplosie in de implosie-fysica van Daniel Winter verantwoordelijk is voor het op Gulden snede gebaseerde recursief nesten van de Platonische golfvormen die de materie scheppen.
Volgens hetzelfde principe en op basis van de Gulden snede-ratio implodeert aldus Dr. Smelyakov ook de evolutionaire tijd (niet de fysieke tijd). De evolutie zou plaatsvinden in afnemende tijdscycli waarbij iedere volgende cyclus een Gulden snede-fractie korter is dan de vorige. Als dit inderdaad het geval is dan moet de evolutionaire tijd wel imploderen en exponentieel culmineren in een crescendo: een einde der tijden. Wat ons te wachten staat aan het ‘Einde der Tijden’ blijft speculatief; het zou een transformatie kunnen zijn, een kwantumsprong in onze evolutie, wie weet? De eindtijd van de Auric Time Scale valt precies samen met de voorspelde eindtijd van de Maya-kalender.
De snelheid van onze evolutie is zonder enige twijfel geweldig aan het toenemen. Miljoenen jaren lang hebben we over het aardoppervlak gewandeld slechts gehuld in niet meer dan wat dierenhuiden en met een speer in onze handen. Zo’n 35.000 jaar geleden begonnen we plotseling meer gebruik te maken van onze hersenen en transformeerden we van jagers naar boeren en gereedschapmakers. In het laatste millennium en in het bijzonder in de laatste eeuw is onze evolutie in een enorme versnelling terechtgekomen. Het is nog maar honderd jaar geleden dat we de elektriciteit en het elektromagnetische veld ontdekten. Als u om u heen kijkt, zult u zelf kunnen vaststellen dat deze versnelling in zeer korte tijd een enorme revolutie teweeggebracht heeft in verhouding tot de totale tijdsduur van de menselijke evolutie. Stond in de eerste helft van de vorige eeuw de industrialisering nog centraal, de tweede helft werd gekenmerkt door een ware revolutie op het gebied van de informatica. Vandaag de dag besturen computers onze dagelijkse business op alle terreinen van de samenleving. De geboorte van het wereldwijde web, het internet, als een mondiale gezamenlijke encyclopedie van alle mogelijke intellectuele en wetenschappelijke kennis die de mensheid ooit verzameld heeft, nam niet meer dan 10 jaar in beslag. In het nieuwe millennium verwachten we dat nanotechnologie en kwantumcomputing voor een volgende revolutie zullen gaan zorgen. De snelheid van onze technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen is onvoorstelbaar groot geworden. De samenleving kan deze snelheid niet meer bijbenen en het doel van dit boek is dan ook om aan te tonen dat de filosofische interpretaties van de menselijke wetenschappelijke prestaties drastisch zijn achtergebleven bij al deze ontwikkelingen. Voor de grote massa is het heersende en verouderde newtoniaanse en cartesiaanse wereldbeeld in de laatste eeuw geen spat veranderd. Dus het is overduidelijk dat onze evolutie zich in termen van wetenschappelijke en technische prestaties in steeds snellere en kortere cycli ontwikkelt.
Maar bestaat er bewijs voor de hypothese dat onze evolutie plaatsvindt in afnemende cycli op basis van de Gulden snede? Volgens Dr. Smelyakov beweegt de menselijke evolutie zich in spiralen naar een singulariteit die samenvalt met het einde van de Maya Lange-Tellingkalender.
Om hun hypothese te bewijzen werden eerst alle harmonische relaties tussen de omlooptijden van de planeten, de zonneactiviteitcyclus, de zonnerotatiecyclus en de omlooptijd van de asteroïdengordel in een mathematisch model ondergebracht dat ze het Solar-Planetary Synchronism of SPS-model noemden. In dit model werden de omlooptijden van Jupiter, Uranus en een hypothetische planeet met de naam “Proserpine” genomen. De planetaire omlooptijd van Proserpine werd gesteld op de minimale periode waarvan alle andere omlooptijden harmonischen zijn. Zo kon met een nauwkeurigheid van 0,1% bewezen worden dat alle planetaire omlooptijden in het zonnestelsel, de omlooptijd van de asteroïden-gordel, de zonneactiviteitcyclus en de zonnerotatiecyclus resoneerden met Jupiter, Uranus en Proserpine. De berekende theoretische omlooptijd van de hypothetische planeet bleek 510,9 jaar te zijn en was bovendien het evenwichtspunt in deze resonantie.
De Auric Time Scale kan gecentreerd worden rond elke periodetijd. Wanneer we bijvoorbeeld het aardse jaar centraal stellen door te stellen dat Ф0=1 jaar, dan is de zonneactiviteit cyclus Ф⁵ = 11,089 jaar (exacte waarde is 11,07 jaar). Anders gezegd is de zonneactiviteit cyclus de vijfde Phi-harmonische van het aardse jaar.
Het meest interessante aspect van de Auric Time Scale hypothese komt naar voren wanneer we de tijdschaal superponeren op de Maya Lange-Tellingkalender. Deze kalender startte zoals gezegd op 11 augustus 3114 v.Chr. en zal naar verluidt eindigen op 21 december 2012. De Lange-Tellingkalender bestaat uit 13 Baktuns van 144.000 Kins (dagen) met een totale lengte van:
13 * 144.000 = 1.872.000 (dagen) = 5.125,3661 (jaren).
Dr. Smelyakov deelde de kalender kunstmatig op in 12 perioden die afnamen in lengte op grond van de Gulden snede-ratio, de Auric Time Scale reeks. De tijdstippen die de 12 perioden markeren zijn: 3114 v. Chr, 1146 v. Chr, 71 n. Chr, 823, 1287, 1547, 1752, 1861, 1929, 1971, 1997, 2012.
Deze data worden in de Auric Time Scale de bifurcatiepunten genoemd.
De tijdperken die gevonden werden, bleken perfect overeen te komen met:
- clusters van globale natuurrampen zoals aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en kosmische fenomenen zoals supernova’s;
- de komst naar de aarde van Grote Meesters, evenals buitengewone filosofen en wetenschappers waaronder Boeddha, Zoroaster, Pythagoras, Plato, Lao-tzu, Confucius, Quetzalkoatl (Kukulcan);
- het ontstaan van kalendersystemen zoals die gevonden zijn in China, India, Iran, Babylonië, Egypte, alsmede de kalenders uit de Maya-cultuur;
- demografische trends in de populatie van China als een indicator van wereldtrends;
- de vorming van wereldwijde religies, filosofische systemen en staten.
De Auric Time Scale werd geëxtrapoleerd naar bifurcatiepunten voorafgaand aan de start van de Maya-kalender en dat leverde de jaartallen 11446 v.Chr. en 6296 v.Chr. op. Dit zijn beide zeer interessante jaartallen omdat ze samen met het beginjaar van de Maya-kalender, 3114 v.Chr., de tijden representeren van de laatst bekende geomagnetische omkeringen van het aardmagnetische veld, de poolverschuiving waarbij de noord- en de zuidpool van polariteit verwisselen. Zoals we weten komt het jaar 11446 v.Chr. ook precies overeen met het tijdstip dat Edgar Cayce gaf voor de vernietiging van Atlantis door een wereldwijde catastrofe, vloedgolven en overstromingen als gevolg van een dergelijke poolverschuiving. Het is tevens het tijdstip waarop plotseling een einde kwam aan de laatste ijstijd. Het jaar 6296 v.Chr. komt overeen met het tijdstip dat door Plato gegeven werd voor de laatste vernietiging van Atlantis. Volgens vele historici valt de start van de Maya-kalender, 3114 v.Chr. samen met de opkomst van de ‘eerste’ beschaving op aarde, de Soemerische beschaving.
Variaties in de sterkte van het geomagnetische veld van de aarde lijken te corresponderen met de Maya-kalender. Vanaf de tijd van Jezus Christus is het beschermende magnetische veld van de aarde in sterkte afgenomen en bevindt het zich aan het begin van het derde millennium op een absoluut minimum. Het magnetische veld is zo zwak dat de natuurlijke schommelingen in de noord-zuid magnetische as van de aarde nogal onstabiel zijn geworden in de laatste decennia. Veel wetenschappers geloven dat deze effecten de voortekenen zouden kunnen zijn van een nieuwe poolverschuiving. De start- en eindtijd van de Maya-kalender corresponderen met de minima in de geomagnetische veldsterkten, waarbij de maximale geomagnetische veldsterkte zich centreert rond de tijd van Christus en in de Auric Time Scale correspondeert die met het tijdstip 71 n.Chr.
Vandaag de dag stellen de Maya’s, die ons hun Lange-Tellingkalender schonken, ons nog steeds voor raadselen. Op het hoogtepunt van hun beschaving rond 830 n.Chr. stortte de klassieke Maya-cultuur zeer onverwacht ineen; omstreeks die tijd verlieten ze massaal hun dorpen en heilige tempelcomplexen. Wetenschappers hebben nog steeds geen plausibele verklaring gevonden voor hun plotselinge verdwijning. Afstammelingen van deze eens zo grootse cultuur leven nog steeds in Mexico, Guatemala en Belize. Het abrupte einde van hun voorvaderlijke beschaving heeft tot speculaties geleid dat de klassieke Maya’s op de een of andere manier ascendeerden van deze planeet, zoals gesuggereerd wordt in het beroemde boek ‘De Celestijnse Beloften’ van James Redfield. Het miraculeuze einde van de gouden eeuw van de Maya-beschaving rond 830 n.Chr. blijft een mysterie, maar is des te meer verbazingwekkend gezien het feit dat het samenvalt met het Auric Time Scale tijdstip van 823 n.Chr.
(₄)
Om de Auric Time Scale af te beelden op gebeurtenissen uit het verleden is tot daarentoe, maar als de tijdschaal authentiek is dan zou het hiermede ook mogelijk moeten zijn om grote toekomstige gebeurtenissen te voorspellen, of niet? Wanneer voorspellingen gemaakt zouden kunnen worden die gebaseerd zijn op de Auric Time Scale, zou dat de wetenschappelijke geloofwaardigheid ervan zeker ten goede komen. Dit zou ook wel eens in de gedachte van Smelyakov opgekomen kunnen zijn toen hij een grote ramp voorspelde die zou plaatsvinden rond 16 september 2001 binnen een tijdraam van ongeveer 10 dagen. Hij associeerde deze voorspelling, die gepubliceerd is in het ‘Mountain Astrologer’ tijdschrift van december 2000, met vliegtuigcrashes, economische tegenspoed en oorlog. Hij noemde zelfs de landen die erbij betrokken zouden zijn; de Verenigde Staten, Israël en Afghanistan. We herinneren ons allemaal 11 september 2001 en de impact en nasleep die deze gebeurtenissen hebben gehad op de wereld.
(5)
Een nieuwe en verbeterde versie van de Auric Time Scale theorie (Smelyakov, Stray, Wicherink) werd op 5 november 2006 gepubliceerd.
In plaats van een eindige verzameling van 12 bifurcatiepunten gebruikt de aangepaste theorie nu een oneindig aantal bifurcatiepunten. De aangepaste theorie heeft ook een recursieve of fractal oplossing voor de implosie van de tijd in tussenliggende bifurcatiepunten. De theorie is nu in staat om toekomstige gebeurtenissen te voorspellen die samenvallen met deze bifurcatiepunten. De theorie kan dus op haar voorspellende waarde getest worden.
Bifurcatiepunt |
Datum (Gregoriaans) |
Historisch tijdvlak |
BP -2 |
-11407 v. Chr. |
Einde ijstijd, bijbelse zondvloed, geomagnetische inversie |
BP -1 |
-6282 v. Chr. |
Tweede vernietiging van Atlantis, geomagnetische inversie |
BP 0 |
3114 v. Chr. |
Start van de Maya kalender |
BP 1 |
1155 v. Chr. |
Begin van de IJzeren Eeuw |
BP 2 |
55 n. Chr. |
Tijd van Christus, begin van het christendom |
BP 3 |
803 |
Middeleeuwen |
BP 4 |
1265 |
Late Middeleeuwen |
BP 5 |
1550 |
Kolonialisme en Imperialisme |
BP 6 |
1727 |
Newton, begin van de moderne wetenschap |
BP 7 |
1836 |
Industriële revolutie |
BP 8 |
1903 |
Wereldoorlog I |
BP 9 |
1945 |
Wereldoorlog II |
BP 10 |
1971 |
Start van het ruimtevaart tijdperk |
BP 11 |
1987 |
Maya Harmonische Convergentie |
BP 12 |
1997 |
Heropleving van de New Age beweging |
BP 13 |
2003 |
Oorlog tegen terrorisme, Irak, Afghanistan |
BP 14 |
2006 |
Nucleaire ‘koude oorlog’ tegen Iran en
Noord Korea |
Auric Time Scale hoofd bifurcatiepunten (eerste orde)
Om dit te realiseren ontwierp de auteur een on-line Auric Time Scale calculator die gepubliceerd werd op zowel Dr. Smelyakov’s als op de website van de auteur. De calculator berekent de hoofd bifurcatiepunten tot en met de vijfde orde. Tweede orde bifurcatiepunten zijn bifurcatiepunten die tussen de hoofd bifurcatiepunten liggen, terwijl derde orde bifurcatiepunten zich bevinden tussen tweede orde bifurcatiepunten, etc.
Bifurcatiepunt |
Datum |
Verschil |
Historische gebeurtenis |
BP 6,1,0,2,8 |
2/07 1776 |
-2 |
Onafhankelijkheidsdag van de Verenigde Staten van Amerika. |
BP 8,0,2,0,7 |
27/07 1914 |
-1 |
Begin van de eerste wereldoorlog |
BP 8,4,0,0,2 |
4/09 1939 |
+3 |
Invasie van Polen, start van WO II |
BP 8, 18 |
16/07 1945 |
|
Explosie van de eerste atoombom, Los Alamos Labs, Trinity New Mexico |
BP 9,2,0,5,3 |
22/10 1962 |
|
Cuba Crisis |
BP 11 |
21/03 1987 |
|
Harmonische Convergentie tijdens de lente equinox |
BP 11,0,2,1,5 |
10/11 1989 |
+1 |
Val van de Berlijnse muur |
BP 12, 2, 11 |
11/09 2001 |
|
911 aanslagen in New York |
BP 9, 5, 2, 0, 2 |
23/07 1969 |
+3 |
Landing op de maan |
BP 12, 2, 0, 2, 3 |
22/01 2001 |
+2 |
Inauguratie van Bush |
BP 13, 0, 0, 0, 1 |
20/03 2003 |
+1 |
Begin van de oorlog in Irak |
BP 13, 1, 1, 0, 8 |
26/12 2004 |
|
Tsunami Azië |
BP 13, 9 |
4/11 2006 |
|
Correspondeert met de noviteit van de Time Wave Zero voor 2006 |
BP 13,9,0,5 |
7/11 2006 |
|
Tussentijdse verkiezingen in de VS |
BP 14 |
22/11 2006 |
-2 |
Vijfde Dag van de Galactische Onderwereld
(Carl Johan Calleman) |
Berekende bifurcatie datums gekoppeld aan historische gebeurtenissen
Met behulp van de calculator waren we nu in staat om toekomstige gebeurtenissen te voorspellen om zo de theorie te testen. Het toeval wilde dat het volgende bifurcatiepunt berekend werd voor 22 november 2006, precies 17 dagen voordat de aangepaste theorie gepubliceerd werd. Met grote verwachtingen werd dan ook het volgende bifurcatiepunt afgewacht. Er gebeurde echter niets schokkends op deze dag. Waarschijnlijk correspondeerde dit bifurcatiepunt met de Amerikaanse tussentijdse verkiezingen op 7 november 2006. Deze verkiezingen leken het keerpunt te worden in Bush zijn agressieve buitenland beleid. Het vorige bifurcatiepunt (BP 13) viel samen met de start van de oorlog in Irak en het leek erop dat dit nieuwe bifurcatiepunt (BP 14) een verandering in gang zou zetten in de ‘oorlog tegen het terrorisme’ omdat de Democraten de controle in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat hadden overgenomen.
Vreemd genoeg resoneerde dit nieuwe bifurcatiepunt (BP 14) met de ‘Time Wave Zero’ noviteit die voor 3 november 2006 berekend was (voor de Time Wave Zero theorie zie de volgende paragraaf). Volgens de Time Wave Zero werd voor deze dag de grootste noviteit van het jaar verwacht. Ook Maya onderzoeker Carl Johan Calleman’s startdatum van de ‘Vijfde Dag van de Galactische Onderwereld’, een datum bepaald door de Maya kalender, voorspelde een grote positieve veranderingen voor 24 november 2006. Beide datums resoneerde met bifurcatiepunt 14 en hadden alle voortekenen van een positieve verandering.
(6)
Time wave zero
Dr. Smelyakov staat niet alleen in zijn redenering dat onze evolutie zich spiraalsgewijs voortbeweegt naar de einddatum van de Maya-kalender. Jaren voordat de einddatum van de Maya-kalender in de negentiger jaren door José Argüelles definitief werd vastgesteld, hadden Terrence McKenna en zijn broer Dennis al een ‘Time Wave Zero’ theorie ontwikkeld. De Time Wave Zero-theorie werd geïntroduceerd in hun boek ‘The Invisible Landscape’ en gepubliceerd in 1975. In dit boek legden zij uit dat de evolutionaire tijd recursief implodeert als een fractal naar een eindtijd die volgens de originele theorie zou eindigen op 17 november 2012. Het mist de einddatum van de Lange-Tellingkalender op een haar na want het scheelt slechts 33 dagen! Toen de theorie destijds ontwikkeld werd, waren de gebroeders McKenna nog niet op de hoogte van de einddatum van de bewuste Maya-kalender. Pas jaren later, in 1987, publiceerde José Argüelles de ‘Mayan Factor’ nadat hij de Lange-Tellingkalender had gedecodeerd. Hij kwam, zonder op de hoogte te zijn van de Time Wave Zero-theorie ook op deze einddatum uit. Toen de broers uiteindelijk vernamen over de Maya Lange-Tellingkalender, pasten zij de einddatum van hun Time Wave Zero-theorie zodanig aan dat deze samenviel met de einddatum van de Maya-kalender.
Het is verbazingwekkend hoe de Time Wave Zero-theorie tot stand gekomen is. Terrence McKenna kreeg na het eten van voldoende hallucinerende paddestoelen een visioen waarin hem verteld werd dat hij de mathematische principes moest bestuderen van het legendarische en mysterieuze Chinese boek de I Ching. The I Ching, of het Boek der Veranderingen, is een boek dat door de eeuwen heen gebruikt is als een orakel met betrekking tot de maalstroom der veranderingen. Het bestaat uit 64 hexagrammen in een matrix van 8 bij 8 die gebruikt kunnen worden om de veranderingen van de Yin en Yang energieën te voorspellen die zich in de wereld manifesteren. Van het boek wordt gezegd dat het de stroom der veranderingen in het universum kan voorspellen. Wanneer er te veel Yin-energie is dan zal dit uiteindelijk gecompenseerd worden door meer Yang-energie en omgekeerd, als een ritmische verandering die constant het evenwicht zoekt tussen twee extremen.
De gebroeders McKenna geloofden dat de I Ching werkte, omdat de Yin en Yang energieën echt zijn en een tijdgolf genereren in het universum die verantwoorde-lijk is voor alle evolutionaire veranderingen. Terrence McKenna heeft een mathematische fractalfunctie afgeleid uit de logica van de I Ching. De fractal beeldt de veranderingen uit die zogenaamd plaatsvinden in termen van noviteiten en gewoonten in onze wereld. De twee mannen vergeleken hun tijdgolffunctie met de pieken en dalen uit de historie en concludeerden door toepassing van een best-fit methode dat de tijdgolf eindigt op 21 december 2012.
De dalen op de verticale as van de tijdgolffunctie impliceren een sterke toename van noviteiten (tijd van grote evolutionaire vooruitgang) waarbij de evolutie zich voortbeweegt over de horizontale as. De frequentie van noviteiten neemt toe naarmate de evolutie voortschrijdt.
De Time Wave Zero-functie lijkt het idee te ondersteunen dat gepostuleerd werd door Dr. Smelyakov, namelijk dat de hoeveelheid kennis verkregen in onze evolutie snel toeneemt naar een maximum nu we de Maya-einddatum naderen, omdat de noviteitgraad van de tijdgolffunctie convergeert naar een singulariteit.
Volgens de tijdgolftheorie zullen er in de laatste 384 dagen meer transformaties plaatsvinden dan in de afgelopen geschiedenis. Uiteindelijk zal in december 2012 de tijdgolf imploderen en de noviteit oneindig worden. Wat dit zou kunnen betekenen blijft speculatief.
(7)
Galactische zonnewende uitlijning
Wat is er zo speciaal aan 21 december 2012? Is er misschien een kosmische betekenis?
De lengte van 5.125 jaar van de Lange-Tellingkalender is precies een vijfde gedeelte van de zogeheten precessiecyclus die ruwweg 26.000 jaar duurt, ook wel het Platonische Grote jaar genoemd, naar Plato die aannam dat deze cyclus het perfecte harmonische getal van 25.920 jaar was.
De precessie van de aardas kan het best worden voorgesteld als het waggelen van een draaiende tol op een vlak oppervlak. Het waggelen begint wanneer het draaien van de tol afneemt en de omwentelingen onstabiel worden waardoor de tol voorover gaat buigen en gaat zwabberen van de ene naar de andere kant om uiteindelijk om te vallen. De rotatie van de aarde om haar aardas, die ons dag en nachtritme bepaalt, is ook onderhevig aan precessie. We kunnen ons de aarde voorstellen als een draaiende tol op een vlak dat de “ecliptica” heet. De ecliptica is het vlak waarin de planeten ronddraaien om de zon. De precessie wordt veroorzaakt doordat de aardas een hoek maakt van ongeveer 23,5 graden met een as die loodrecht op de ecliptica staat. In 25.920 jaar voltooit de aarde een complete precessie-cirkel. Men zou kunnen zeggen dat de aarde een tol is die in slowmotion ronddraait.
Precessie van de aardas
Precessie is er de oorzaak van dat we door de eeuwen heen de positie van sterren en sterrenbeelden zoals de Grote Beer, Orion en de Pleiaden aan de hemel hebben zien veranderen. Zo namen de Egyptenaren een andere Poolster (Alpha Draconis) waar dan wij tegenwoordig doen (Polaris). Precessie is er niet alleen de oorzaak van dat de tekens van de dierenriem in 25.920 jaar over een volledige cirkel verschuiven, maar ook dat deze tekens van boven naar beneden bewegen t.o.v. de horizon van de aarde.
De precessie kan berekend worden door de positie van de sterren die een dierenriemteken vormen te bepalen op gedefinieerde momenten gedurende een heel jaar - de zonnewende en de dag- en nachteveningen die de verandering van de seizoenen aankondigen. Wanneer we bijvoorbeeld gedurende een periode van 72 jaar ieder jaar de zon zouden gadeslaan op de lente-equinox (21 maart), dan zouden we zien dat de positie van het dierenriemteken, uitgelijnd met de zon, 1 graad opgeschoven zou zijn aan de hemel. De volledige precessiecyclus van dit dierenriemteken zal dus 360 * 72 = 25.920 jaar beslaan. Omdat precessie de veranderingen van de zonnewende en de nachteveningen volgt, wordt precessie ook wel eens de precessie van de dag- en nachteveningen genoemd.
In onze huidige tijd lijnt de voorjaarsequinox (dag- en nachtevening) uit met het dierenriemteken Vissen maar staat op het punt de overgang te maken naar het sterrenbeeld Waterman. Dit is de reden waarom de new age-beweging spreekt van het komende Watermantijdperk. Wanneer de feitelijke transitie naar het Watermantijdperk aanvangt is moeilijk te zeggen, volgens sommigen valt dit samen met het aflopen van de Maya Lange-Tellingkalender. In werkelijkheid zal het nog zeker 360 jaar duren voordat de zon op de voorjaarsequinox in Waterman staat.
Maar om onze eerste vraag te beantwoorden: wat maakt de winterzonnewende van 2012 zo bijzonder? Wel, op 21 december 2012 zal er een zeer zeldzame uitlijning plaatsvinden in de lange aardse precessiecyclus van 25.920 jaar. Hoewel de exacte datum voor wetenschappers moeilijk vast te stellen is, zal ergens rond de eindtijd van de Maya-kalender de zon tijdens de winterzonne-wende precies in één lijn staan met de galactische evenaar van de Melkweg. Tijdens deze uitlijning staat de zon dicht bij het galactische centrum. De uitlijning is absoluut een unieke gebeurtenis tijdens de precessiecyclus van Moeder Aarde. Omdat hij optreedt tijdens de zonnewende op 21 december 2012, wordt dit verschijnsel ook wel de galactische uitlijning van de winterzonnewende genoemd.
Zoals hierboven vermeld, is het moeilijk de exacte datum van de uitlijning te bepalen, maar astronomen menen nu dat deze uitlijning plaatsvond in 1998. Omdat de zon een halve graad breed is, zal het ongeveer 36 jaar duren voordat de zon volledig de galactische evenaar gepasseerd heeft als gevolg van precessie. De zon schoof voor het eerst door de galactische evenaar op de winterzonnewende van 1980 en zal de galactische evenaar weer verlaten hebben op de winterzonnewende van 2016. De jaren tussen 1980 en 2016 worden de galactische uitlijning zone genoemd of era-2012. In hoofdstuk één vermelden we dat Edgar Cayce had voorspeld dat de tijd van de veranderingen op aarde plaats zouden vinden tussen 1958 en 1998 waarbij 1998 dus het hoogtepunt vormt van deze uitlijning.
Winterzonnewende galactische uitlijning met de galactische evenaar
Volgens John Major Jenkins, auteur van de boeken ‘Maya Cosmogenesis 2012’ en ‘Galactic Alignment, The transformation of Consciousness according to Mayan, Egyptian and Vedic Traditions’, waren de Maya’s op de hoogte van de precessie van de equinoxen en kozen ze de einddatum van hun belangrijkste kalender zodanig dat deze samenviel met de galactische uitlijning tijdens de winterzonnewende. Zoals de titel van zijn laatste boek suggereert, geloofden de Maya’s dat het de tijd zou zijn van een grote transformatie in bewustzijn. John Major Jenkins zegt bewijs gevonden te hebben dat het fenomeen van de precessie bekend moet zijn geweest bij de Maya sterrenwachten. Volgens Jenkins is het Maya tempelcomplex in Izapa Mexico gericht op de uitlijning met het galactische centrum rond het jaar 2012! Jenkins heeft verder bewijs gevonden dat ook veel andere oude culturen zoals de Egyptische en de vedische tradities het fenomeen van de precessie begrepen. (8)
Twee jaar voordat Jenkins voor het eerst over galactische uitlijning schreef in zijn boek ‘Maya Cosmogenesis 2012’, publiceerde Dr. Smelyakov in 1996 zijn wetenschappelijke scriptie over het ‘solaire zodiak model’ (eng: Solar Zodiac model). Verborgen in deze scriptie zit Dr. Smelyakov’s versie van de galactische uitlijning. Dr. Smelyakov’s solaire zodiak plaatst ons zonnestelsel in een galactische context en laat zien dat er feitelijk vier galactische uitlijningen bestaan in een Platonisch jaar!
Toen de auteur deze scriptie met Dr. Smelyakov besprak werd meteen duidelijk dat Dr. Smelyakovs galactische uitlijning onbekend was. Jenkins’ galactische uitlijning theorie was echter alom bekend in 2012 kringen.
Wat bedoeld was om een artikel te worden over Dr. Smelyakov’s galactische uitlijning theorie voor mijn website, draaide uit op een nieuwe officiële wetenschappelijke scriptie die gepubliceerd werd in december 2006. De scriptie is getiteld ‘Crucifying the Earth on the Galactic Cross’ (vert: de aarde aan het galactische kruis genageld). Dr. Smelyakov’s eerdere publicatie uit 1996 werd gebruikt voor deze nieuwe scriptie die zich in hoofdzaak richt op de galactische uitlijning en haar relatie tot esoterische kruisen.
In deze scriptie wordt een galactische uitlijning een ‘Grote Galactische Conjunctie’ genoemd waarvan er vier voorkomen in een precessiecyclus. Een Grote Galactische Conjunctie is het samenvallen van twee kruisen, het ‘Aardse Kruis’ en het ‘Galactische Kruis’.
Het eerste kruis, het Aardse Kruis ontstaat uit de snijlijn van twee vlakken, de equator van de aarde met de ecliptica. Omdat de aardas een hoek maakt van 23 graden met de ecliptica, snijdt de equator deze ecliptica. De hieruit ontstane snijlijn is de eerste lijn van het Aardse Kruis. (Zie tekening hieronder). Op deze snijlijn vinden we twee punten, de equinox punten. De equinoxen (Latijn aqui= gelijk, noctium = nacht) bepalen de momenten in het jaar waarop de zon recht boven de equator staat en de dag en nacht even lang zijn. Dit gebeurd tijdens het begin van de lente en de herfst en worden daarom ook wel de lente en herfst equinoxen genoemd.
De solstitium (Latijn sol = zon, stitium = stilstand) vormen de jaarlijkse momenten waar de zon zijn hoogste of laagste stand boven de horizon bereikt. Dit zijn de momenten waarop de zon in het Noordelijk Halfrond ofwel recht boven de Kreeftskeerkring staat (zomer) ofwel boven de Steenbokskeerkring (winter).
De solstitium as staat haaks op de equinox as. De equinox en solstitium assen vormen samen het Aardse Kruis op de ecliptica (zie figuur hieronder).
Aardse Kruis, intersectie van ecliptica met de equator
Dezelfde werkwijze kan toegepast worden voor het samenstellen van het Galactische Kruis van de zogeheten solaire zodiak. Terwijl de aardse zodiak gebaseerd is op de omloop van de aarde om de zon, is de solaire zodiak gebaseerd op de omloop van het zonnestelsel rond het galactische centrum van de Melkweg. De Melkweg bestaat uit een aantal spiraalarmen en het zonnestelsel bevindt zich op de buitenste rand van een van deze spiralen (zie figuur hieronder).
Bovenaanzicht van de spiraalarmen van de Melkweg
Ons zonnestelsel heeft ongeveer 220 tot 300 miljoen jaar nodig om een rondje rond het galactische centrum af te leggen. De galactische equivalent van de aardse ecliptica is de ecliptica van het zonnestelsel, die een denkbeeldige baan vormt die het galactische centrum aflegt rond ons zonnestelsel. In werkelijkheid draait ons zonnestelsel natuurlijk rond het galactische centrum van de Melkweg en niet andersom (zie figuur hierboven)
Identiek aan de constructie van het Aardse Kruis is het mogelijk de galactische variant van dit kruis samen te stellen voor het zonnestelsel. Het kruis bestaat uit de intersectie van twee vlakken, de ecliptica en de equator, echter in dit geval moeten we deze vlakken eerst identificeren.
Het eerste vlak is de ecliptica van het zonnestelsel. Bij benadering is de ecliptica van het zonnestelsel gelijk aan de galactische evenaar omdat het zonnestelsel zich zeer dicht bij deze evenaar bevindt en ronddraait rond het galactische centrum in een vlak parallel aan de galactische evenaar.
Het tweede vlak is het equatoriale vlak ofwel de evenaar van het zonnestelsel. Voor het gemak stellen we dit gelijk aan de ecliptica.
Nu dat we de twee vlakken geïdentificeerd hebben kan het galactische kruis samengesteld worden uit de snijlijn van deze vlakken, de galactische evenaar met de ecliptica. Ons zonnestelsel snijdt de galactische evenaar onder een hoek van 60 graden. De snijlijn bepaalt de equinox as van het zonnestelsel. De solstitium as van het zonnestel staat hier haaks op en beiden vormen zij het Galactische Kruis (zie figuur hieronder).
Galactische Kruis, intersectie van ecliptica en galactische evenaar
Het Aardse Kruis en het Galactische Kruis kunnen over elkaar heen gelegd worden omdat beide kruisen een vlak gemeenschappelijk hebben. Het Aardse Kruis is ontstaan uit de intersectie van de ecliptica en de equator. Het Galactische Kruis is ontstaan uit de intersectie van de ecliptica met de galactische evenaar. Omdat beide kruisen de ecliptica gemeen hebben kunnen ze over elkaar heen gelegd worden. Figuurlijk kruisigen we de aarde aan het galactische kruis. De volgende figuur demonstreert deze kruisiging:
Kruisiging van de aarde aan het Galactische Kruis.
Let op de kleine hoek tussen beide kruisen. Het Aardse Kruis draait rond met een snelheid van één omwenteling per 26.000 jaar. In vergelijking met het Aardse Kruis staat het Galactische Kruis nagenoeg stil omdat een omwenteling van het Galactische Kruis 220 tot 300 miljoen jaar vergt.
Gedurende een precessie cyclus zullen de twee kruisen elkaar daarom ook precies vier maal overlappen en deze momenten worden de Grote Galactische Conjuncties genoemd. Tijdens een Grote Galactische Conjunctie staan de ecliptica, equator en galactische evenaar haaks op elkaar. De laatste Grote Galactische Conjunctie is gelijk aan Jenkins’ Galactische Uitlijning en vond plaats in 1998.
Dr. Smelyakov heeft ook een 2012-era zone berekend voor de laatste Grote Galactische Conjunctie die alleen in definitie van Jenkins zijn Galactische Uitlijning zone (“era-2012”) verschilt en overeenkomt met een periode van 1978 tot 2017.
Maar wat betekent dit nu? Deze laatste Grote Galactische Conjunctie toont aan dat de Nieuwe Tijd is aangebroken omdat we een nieuw kwadrant van de precessie cyclus zijn binnengegaan. De kwadranten verdelen het Platonische jaar in vier gelijke segmenten die overeenkomen met de vier wereldtijdperken, de IJzeren Eeuw, de Zilveren Eeuw, de Bronzen Eeuw en de Gouden Eeuw. Deze wereldtijdperken reflecteren de spirituele ontwikkeling van de mens en de evolutie van het bewustzijn. De grenzen van deze tijdperken komen overeen met de Grote Galactische Conjuncties.
Dit plaatst de discussie van het begin van de Nieuwe Tijd (Waterman tijdperk) in een nieuw licht. Volgens John Major Jenkins en Dr. Smelyakov begint de Nieuwe Tijd namelijk op dit moment en niet over een paar honderd jaar wanneer de zon op de lente equinox in Waterman staat.
(9)
Kosmische invloeden
Indien het juist is dat een onzichtbare kracht de evolutie binnen gegeven cycli voortstuwt, waarom hangt deze dan samen met planetaire bewegingen en kosmische uitlijningen? Als de voorspellingen met betrekking tot het jaar 2012 waar zijn en de mensheid inderdaad door een transformatieproces van het bewustzijn gaat, wat zijn dan de mechanismen die deze gebeurtenissen in gang zetten?
David Wilcock legt ons uit dat de bewuste etherenergie van het vacuüm verantwoordelijk is voor alle aardse veranderingen zoals die voorspeld zijn door Edgar Cayce. Planeten en sterren werpen terwijl ze ronddraaien overvloedig torsiegolven af en ze herschrijven op deze manier de structuur van de ether. Terwijl we op dit ruimteschip Aarde rond het galactische centrum reizen, gaan we steeds zones van verschillende etherdichtheid binnen. Wilcock’s beweringen worden gestaafd door Dr. Harold Aspen van de universiteit van Cambridge, die wiskundig bewezen heeft dat de ether verschillende dichtheidsniveaus kent die hij ‘ruimtedomeinen’ noemt.
In het jaar 2000 publiceerde de Russische biofysicus Dr. Simon E. Shnoll zijn levenswerk van 30 jaar onderzoek in een beroemd Russisch natuurkundig tijdschrift waarin hij aantoont dat planetaire bewegingen verstoringen in het vacuüm veroorzaken die hun effect hebben op zowel levende als levensloze processen op aarde. Hij ontdekte dat fluctuaties in biologische en chemische processen en zelfs bij radioactief verval voorkomen in cycli die corresponderen met de beweging van de hemellichamen aan het firmament. Shnoll bestudeerde de ruisinformatie in de histogrammen van veel fenomenen en ontdekte dat deze ruis helemaal niet willekeurig is, maar dat deze fluctuaties trend houden met de omlopen van de planeet. De coherente ruis die optreedt in totaal verschillende en ongerelateerde fenomenen bewijst dat er een collectieve oorzaak bestaat voor al deze fluctuaties.
Het is belangrijk op te merken dat de Westerse wetenschap niet kan verklaren hoe totaal onafhankelijke processen zoals biologische, chemische en fysische processen simultaan coherent kunnen reageren op externe invloeden die corresponderen met de beweging van de planeten. Wanneer we accepteren dat fysieke materie niet bestaat uit harde knikkers die we atomen noemen, maar in werkelijkheid vortices zijn in de ether, hetzelfde medium waar onze torsiegolven zich door verplaatsen, dan kunnen we gaan inzien en begrijpen hoe torsiegolven in staat zijn veel zaken in onze materiële werkelijkheid te beïnvloeden. De torsiegolven afkomstig van onze planeten, de zon en de kosmos beïnvloeden zo ook al het biologische leven op aarde. De zon is veruit de grootste generator van torsiegolven in ons zonnestelsel en heeft in haar eentje een immense invloed.
David Wilcock gelooft zelfs dat torsiegolven verantwoordelijk zijn voor het spontaan uitsterven van levensvormen en het ontstaan van nieuwe soorten, wat meerdere malen in de evolutie heeft plaatsgevonden. Ze zijn verantwoordelijk voor de kwantumsprongen in de evolutie en de ontbrekende schakels in het fossielenarchief. Het torsieveld, wat Ervin Laszlo het A-veld noemt en Rupert Sheldrake het morfogenetische veld, zou wel eens de werkelijke drager kunnen zijn van DNA-informatie. David Wilcock suggereert dat het morfogenetische DNA-veld al aanwezig was in het vacuüm nog voordat de levensvormen die eruit voortkwamen bestonden op aarde. Hij gelooft dat de morfogenetische velden voorlopers zijn van de biologische evolutie.
Omdat torsiegolfenergie puur kosmisch bewuste energie is, heeft het ook een effect op ons collectief en individueel bewustzijn alsmede onze spirituele ontwikkeling. De verschillende etherdichtheidszones in onze Melkweg corres-ponderen met de verschillende wereldtijdperken van de vedische traditie. Er zijn zones in onze Melkweg die corresponderen met spirituele duisternis en zones die corresponderen met een spiritueel ontwaken. We zijn bezig de Kali Yuga te verlaten, het tijdperk dat ons gestort heeft in de duisternis van het materialisme en het verlies aan spiritueel bewustzijn. Ons zonnestelsel gaat nu een zone binnen in de Melkweg die het einde markeert van de Kali Yuga en de start van het Watermantijdperk. Esoterische tradities hebben deze kosmische kennis eeuwenlang levendig gehouden, maar in het Westen zijn we nog maar net begonnen de betekenis hiervan te ontcijferen.
(9)
Maar als ons zonnestelsel inderdaad een andere zone in de Melkweg is binnen getreden die meer energetisch geladen is, zijn er dan ook meetbare effecten die deze bewering kunnen staven?
Veranderingen in het zonnestelsel
Onbekend bij het grote publiek, maar zeker bij organisaties als NASA, is dat de aarde niet de enige planeet is in ons zonnestelsel die onderhevig is aan globale opwarming! De meeste mensen nemen aan dat de opwarming veroorzaakt wordt door de industriële vervuiling en kooldioxide-uitstoot. Maar dit verklaart niet waarom Pluto, de meest verre planeet in ons zonnestelsel die zich nog steeds verder van onze Zon verwijdert, ook aan opwarming onderhevig is. Officieel legt NASA geen verband tussen de opwarming van de aarde en die van andere planeten in ons zonnestelsel.
Professor in de geologie Dr. Alexey Dmitriev van de ‘Siberische Afdeling van de Russische Academie der Wetenschappen’, heeft deze verschijnselen bestudeerd en hij concludeert dat er veranderingen plaatsvinden in ons zonnestelsel die veroorzaakt worden door sterk geladen materiaal dat ons zonnestelsel in deze regio van de Melkweg binnenkomt. Hier volgt een kort overzicht van de recente veranderingen die plaatsgevonden hebben in ons zonnestelsel en waar Dr. Dmitriev aan refereert:
- poolverschuivingen op Uranus en Neptunus;
- 40% toename in intensiteit en helderheid van Neptunus;
- verdubbeling van de sterkte van het magnetische veld van Jupiter;
- toename van de helderheid van Saturnus;
- groei van de donkere plekken op Pluto;
- aurora’s op Saturnus;
- planeet Venus laat een omkering zien van donkere en lichte plekken en is in het algemeen helderder geworden;
- op de maan ontstaat een atmosfeer van natrium en kalium;
- 200% toename van de dichtheid van de atmosfeer van Mars;
- dramatische klimaatsveranderingen op Mars zoals het smelten van de ijskappen;
- toename van de zonneactiviteit (zonnevlammen);
- toename met wel 1000% van de heliosfeer (magnetische veld van de zon)!
Alle bovenstaande anomalieën hebben zich ontwikkeld in de laatste twee decennia!
De heliosfeer van de zon is een magnetisch veld in de vorm van een druppel die reikt tot aan de buitenste randen van ons zonnestelsel. De staart van deze druppel wijst in tegengestelde richting waarin ons zonnestelsel reist. Het lijkt op de vlammende staart van een komeet. De voorkant van de heliosfeer vertoont gloeiende plasma-energie. Deze energie was in 1990 4 tot 40 astronomische eenheden diep. (Een astronomische eenheid is ongeveer gelijk aan 150 miljoen kilometer). De heliosfeer heeft inmiddels een laag plasma-energie van wel 100 astronomische eenheden diep. Voor deze enorme toename de Westerse wetenschap geen verklaring.
NASA-rapporten hebben tevens uitgewezen dat er sprake is van een toename met 400% van de snelheid waarmee zonnedeeltjes door de ruimte reizen. Het geleidend vermogen van de interplanetaire ruimte is op de een of andere manier toegenomen.
(10)
Onderzoeker Michael Mandeville bewees in 1998 dat het aantal aardbevingen op aarde sinds 1973 toegenomen is met een schrikbarende 400%. In 2000 bewees hij verder dat de vulkanische activiteit tussen 1875 en 1993 is toegenomen met bijna 500%.
Een andere onafhankelijke onderzoeker, Will Hart, heeft deze zaak ook bestudeerd en komt met cijfers die aantonen dat er in totaal 2.119 aardbevingen gerapporteerd zijn in de 19e eeuw. Alleen al in het jaar 1970 zijn er echter 4.139 gerapporteerd. Dit is een geweldige toename. Volgens het onderzoek van Hart hebben de zwaarste aardbevingen plaatsgevonden na 1960. Na 1960 zijn er ook veel slapende vulkanen weer tot leven gekomen, zoals de berg Popocatepetyl in Mexico die in 1990 tot uitbarsting kwam na eeuwen slapend te zijn geweest. Hij registreerde ook een geweldige toename van tornado’s in de laatste paar decennia:
- in de jaren 50 4.796 tornado’s
- in de jaren 60 6.813 tornado’s
- in de zeventiger jaren 8.580 tornado’s
- in de tachtiger jaren 8.196 tornado’s
- en vanaf 1990 tot heden meer dan 10.000 tornado’s
Dr. Dmitriev toonde in 1997 al aan dat de totale hoeveelheid natuurrampen zoals orkanen, tyfonen en aardverschuivingen, vloedgolven en dergelijke met 410 % is toegenomen. Volgens Dmitriev verandert de energetische transformatie die plaatsvindt in ons zonnestelsel de buitenste laag van de atmosfeer, de ionosfeer genaamd, en tevens ook het magnetische veld van de aarde. Deze energetische veranderingen in ons zonnestelsel zijn tevens verantwoordelijk voor de veranderingen in weerspatronen op aarde.
Het ‘United Nations International Strategy for Disaster Reductions agency (UN-ISDR)’ heeft op 17 september 2004 een rapport vrijgegeven waarin aangegeven wordt dat er mondiaal een algehele toename heeft plaatsgevonden van natuurlijke en door de mens veroorzaakte rampen. Het aantal slachtoffers van natuurrampen is sinds 1990 verdrievoudigd. Een Zwitserse verzekeringsmaat-schappij en het ‘Center for Research on the Epidemiology of Disasters’ aan de universiteit van Leuven trokken vergelijkbare conclusies.
In deze conclusies waren nog niet de gevolgen verwerkt van de verschrikkelijke tsunamiramp van 26 december 2005, die volgde op een aardbeving voor de kust van Sumatra in Indonesië met een kracht van 9,3 op de schaal van Richter. De vloedgolven die door de Indische Oceaan trokken, eisten in de omringende landen de levens van meer dan 300.000 mensen.
Het is een vrijwel onbekend feit dat slechts 44 uur later een kosmische gammastraaluitbarsting de aarde bereikte, die in de boeken zou komen met een recordkracht van 100 maal krachtiger dan de krachtigste totnogtoe geregistreerde uitbarsting. Deze kosmische uitbarsting werd veroorzaakt door een exploderende neutronenster in onze Melkweg aan de andere kant van het galactische centrum. Bij deze kosmische explosie kwam in een enkele seconde meer energie vrij dan onze zon in 100.000 jaar produceert. Het heeft 45.000 jaar geduurd voordat deze explosie de aarde bereikte. Paul La Violette legt in zijn laatste boek ‘Earth Under Fire, Humanity’s Survival of the Apocalypse’ uit dat het centrum van onze Melkweg in het verleden meerdere van dergelijke explosies gekend heeft. Deze explosies doen zich cyclisch voor en ze sturen een vernietigende energiegolf door de gehele Melkweg. La Violette gelooft dat een dergelijke galactische explosie van de kern zich ook 10.500 jaar geleden voorgedaan heeft en een wereldwijde vloedgolf teweeggebracht heeft die in veel oude mythen en sagen, evenals in het oude Testament, bekend staat als de bijbelse zondvloed. Nieuwe ontdekkingen die in september 2004 gedaan zijn door een internationaal team van astrofysici lijken La Violette’s theorie nu te bevestigen. Gebruik makend van de moderne telescoop-array H.E.S.S. (High Energy Stereoscopic System, die bestaat uit een netwerk van vier telescopen, ontdekten zij dat het centrum van onze Melkweg een super groot zwart gat bevat. De wetenschappers menen dat dit zwarte gat in het centrum van de Melkweg het restant is van een supernova-explosie die zo’n 10.000 geleden heeft plaatsgevonden! Het zwarte gat zendt sindsdien kosmische gammastraling uit. Volgens Dr. Paula Chadwick van de universiteit van Durham zou, ik citeer: ‘..een dergelijke explosie van kosmische gammastraling kunnen versnellen naar de hoge energiewaarden die waargenomen zijn - een miljard maal energetischer dan de straling die gebruikt wordt voor röntgenfoto’s in ziekenhuizen.’
(11)
In overeenstemming met zijn theorieën in ‘Earth Under Fire’, gelooft La Violette dat de gammastraaluitbarsting van 27 december en de tsunami van 26 december aan elkaar gerelateerd zijn. Hij legt uit dat de explosie van de neutronenster gepaard ging met een zwaartekrachtgolf die ongehinderd met de lichtsnelheid kon reizen en de aarde bereikte op 26 december 2004, na een reis van 45.000 jaar, waarbij de gammastraal zelf net iets onder de lichtsnelheid reisde en uiteindelijk arriveerde met een vertraging van 44 uur. Bij aankomst van de zwaartekrachtgolf onderging de aarde direct een aardbeving met een kracht van 9,3 op de schaal van Richter, terwijl de gammastraal met een vertraging van 44 uur zogoed als onopgemerkt bleef.
Astrofysici maken zich grote zorgen over het feit dat de aarde nu al enkele jaren bloot staat aan deze kosmische gammastralen. De eerste van deze reeks gammastraalbombardementen van de atmosfeer begon 5 jaar geleden en sindsdien zijn deze bombardementen frequent en onophoudelijk blijven voortduren. Russische wetenschappers aan de Russische Academie der Wetenschap hebben aangegeven dat deze hoog energetische kosmische straling wel eens de recent waargenomen anomalieën zouden kunnen veroorzaken, zoals de superstorm-orkanen en tyfonen die over de aarde razen, de vreemde weerlichten boven de arctische gebieden, de geïntensiveerde zonnevlammen en de wereldwijde toename van aardbevingen. Duitse wetenschappers van het Max Planck Instituut voor Kernfysica in Heidelberg bevestigen dat deze kosmische straling verantwoordelijk kan zijn voor de klimaatverandering die we waarnemen op aarde.
Een illustratie van de effecten die gammastraaluitbarstingen zouden kunnen hebben gehad: in augustus 2005 werd ons zonnestelsel door niet minder dan 17 gammastraaluitbarstingen gebombardeerd. Men vermoedt dat de anomalieën die waargenomen werden m.b.t. de zon van 8 t/m 10 augustus gerelateerd zijn aan deze gammastralen. Op 15 augustus lichtten de polen van Saturnus op, deze aurora’s werden veroorzaakt door energetische veranderingen in ons zonnestelsel. Op 19 augustus werd gelijktijdig met een gammastraaluitbarsting de vulkaan St. Helens actief. Aan het einde van de maand, gelijktijdig met de volgende uitbarsting, werden drie klasse-M zonnevlammen afgevuurd door de zon, gevolgd door een coronale massa uitstoot (Eng: coronal mass ejection of CME) op 28 augustus. De volgende dag ging één van de meest vernietigende orkanen uit de Amerikaanse geschiedenis, Katrina aan land in New Orleans, en richtte een massale ravage aan in het zuiden van de Verenigde Staten. Slechts twee dagen later, op 1 september, ging de tropische storm Talim aan land in China en Taiwan, wat de evacuatie van 200.000 mensen noodzakelijk maakte. Alsof Katrina nog niet genoeg was, werd de zuidkust van de Verenigde Staten wederom getroffen door een vergelijkbare orkaan. Deze keer was het Rita, een klasse 5 en alles vernietigende orkaan die degradeerde tot een klasse 3 orkaan tegen de tijd dat deze aan land ging. In dezelfde maand dat deze extreme weerscondities en gammastraaluitbarstingen zich voordeden, telde de wereld op een enkele dag, 3 september 2005, maar liefst 60 aardbevingen wereldwijd.
(12)
Internationaal en onafhankelijke Russisch onderzoekster Sorcha Faal heeft voortdurend in haar rapportages van 2005 gewaarschuwd voor de catastrofen die spoedig zouden kunnen gaan plaatsvinden in de Verenigde Staten. Ze presenteert niet alleen informatie van Russische wetenschappers over deze verontrustende kosmische stralen maar ook over de drukopbouw van de San Andreas breuklijn en de nieuw ontdekte Madrid breuklijn in de Verenigde Staten. Russische wetenschappers verwachten zware aardbevingen niet alleen in de Verenigde Staten maar ook in de oostelijke gebieden van Rusland.
(13)
Een ander alarmerend feit is het terugkerende El Nino fenomeen dat niet verklaard kan worden door de globale opwarming als gevolg van de zon. Alleen een massieve opwarming van de oceaan zelf kan dit effect veroorzaken. David Wilcock gelooft dat de kern van de aarde opwarmt als gevolg van de instroom van etherenergie en dat de opwarming van de kern van de aarde de opwarming van de oceanen veroorzaakt. Dr. Dmitriev heeft daarnaast bewezen dat temperatuurverschillen in de oceanen rechtstreeks samenhangen met veranderingen in het magnetische veld van de aarde. Alleen deze toename van instromende etherenergie kan, zoals David Wilcock suggereert, verklaren hoe deze twee onafhankelijke en gerelateerde fenomenen met elkaar verband houden.
(14)
Er doen zich ook dramatische veranderingen voor m.b.t. onze zon. Zo blijkt de zonneactiviteit toe te nemen. Zonneactiviteit manifesteert zich in twee verschillende fenomenen, te weten zonnevlekken en coronale massa uitstoten (CME’s). Zonnevlekken zijn magnetische velden die tot ver buiten de zon zelf reiken en ze zijn verantwoordelijk voor zonnevlammen. Zonnevlammen stralen een enorme hoeveelheid energie uit in de vorm van röntgenstraling die binnen acht minuten de aarde bereikt. De zon heeft een zonnevlekcyclus met een gemiddelde lengte van 11 jaar. Aan het eind van deze cyclus keert het magnetische veld van de zon om, het is een poolverschuiving waarbij de noordpool de zuidpool wordt en omgekeerd. Vreemd genoeg is de corona, een bol van puur plasma die tot zo’n 2.500 kilometer boven het oppervlak van de zon reikt, veel heter dan het oppervlak van de zon zelf. Waar het oppervlak van de zon een temperatuur heeft van 5.700 graden Celsius, kan de corona temperaturen hebben tot wel 2.000.000 graden Celsius! Hoe dit mogelijk is, is een mysterie voor de wetenschap, omdat men zou verwachten dat, hoe verder we weg bewegen van de oppervlakte van de zon, de temperatuur zou dalen; daarentegen stijgt de temperatuur tot astronomische hoogten!
CME’s zijn plasma-explosies die plaatsvinden in de corona. Er gaat een dag tot drie dagen overheen voordat de geladen deeltjes van de CME de aarde bereiken. Zowel zonnevlammen als CME’s kunnen veel schade aanrichten aan onze satellieten en ze kunnen onze radiocommunicaties verstoren.
In 1989 trof een krachtige CME de aarde en schakelde veel satellieten uit, evenals het elektriciteitsnet van Hydro-Quebec in Canada, waardoor zeven miljoen mensen zonder stroom kwamen te zitten. Het record aller tijden wat betreft zonneactiviteit werd gevestigd in 2003. Op 21 oktober 2003 gingen er waarschuwingen uit van een verhoogde zonneactiviteit en op 28 werd de grootste zonnevlek ooit waargenomen. Kort daarna volgde een sterke zonnevlam. Op 4 november werd het record aller tijden gevestigd, de grootste zonnevlam die ooit gemeten was werd gevolgd door een CME die gelukkig maar net de aarde miste. Het meest alarmerende feit is echter dat deze sterkste CME die ooit gemeten is, zich voordeed twee jaar na het laatste zonnemaximum van februari 2001. Dus onze zon is absoluut uit haar ritme en gedraagt zich uitzonderlijk. Bedenkelijk is dat het volgende zonnemaximum plaatsvindt in 2012!
(15)
Zonnevlammen op 4 november 2003 (NASA)
Een andere impact op de etherische stabiliteit van de aarde werd veroorzaakt door de Venustransitie van 8 juni 2004. Deze zeldzame uitlijning van de Zon met de Aarde en Venus vond voor het laatst plaats op 6 december 1882.
De dag na de Venusdoorgang werd de vulkaan Ijen op Java actief, gevolgd door een uitbarsting van de vulkaan Byzymianny in Rusland op 29 juni van dat jaar. Juli was een zeer zware maand met in totaal acht uitbarstingen van vulkanen over de gehele wereld. In september 2004 vonden nog eens vijftien uitbarstingen plaats waaronder die van de vulkaan Etna in Italië. De impact van de Venus-transitie op de aardse vulkanische instabiliteit kan alleen verklaard worden door een ethertheorie. De orthodoxe wetenschap kan niet verklaren hoe een passerende planeet al deze effecten op aarde teweeg kan brengen.
Indien we accepteren dat de ether echt bestaat, dan kunnen we gaan begrijpen waarom planetaire bewegingen de influx van etherenergie in de aarde veranderen. David Wilcock legt uit dat de inwendige kern van de aarde bestaat uit plasma in plaats van gesmolten ijzer zoals de huidige inzichten van de wetenschap ons willen doen geloven. De etherinflux zo legt hij uit, heeft een directe impact op het volume van dit plasma in de kern, dat toeneemt bij een stijgende etherinflux. Dit plasma probeert zijn weg naar de aardkorst te vinden waar het afkoelt tot lava en vulkaanactiviteit en aardbevingen veroorzaakt.
Venus-transities vinden tweemaal achtereen plaats met een achtjarige interval. De volgende transitie is dan ook gepland voor 6 juni 2012!
Onderzoeker Will Hart is ervan overtuigd dat de Maya-priesters op de hoogte waren van de Venus-transities en de zonnevlekcyclus en hoe deze de catastrofen kunnen veroorzaken die we nu waarnemen. Omdat de Maya’s wisten dat het maximum van de zonnevlekcyclus en de Venustransitie samenvallen in het jaar 2012, kozen ze 2012 uit als einddatum voor hun Maya-kalender, aldus Hart.
Het begrip van de Maya’s van de Venustransitie en de betekenis hiervan wordt gedemonstreerd door de Maya-priesters die de terugkeer van de Azteekse god Quetzalcoatl voorspelden voor het jaar 1518. De god Quetzalcoatl werd geassocieerd met de planeet Venus, maar ook met een bebaarde man die uiteindelijk beschaving zou komen brengen in Mexico. De man die deze ‘beschaving’ naar Mexico bracht was Juan de Grijalva die Mexico ontdekte in het jaar 1518. Het lijkt er dus op dat de Maya anticipeerden op zijn komst. Het verbazingwekkende feit doet zich voor dat zich in de jaren 1518-1526 tevens Venus-transities voordeden! Uiteindelijk zou Hernando Cortez in 1519 voet zetten op Mexicaanse bodem en het Azteekse rijk veroveren. Ongelukkigerwijs voor de Maya’s had het alleen de vernietiging van de Maya-cultuur tot gevolg. Jaren later werd deze Cortez echter de verpersoonlijking van de Quetzalcoatl.
(16)
Recapitulatie
We beschikken over overvloedige bewijzen dat ons zonnestelsel in de laatste decennia een dramatische verandering ondergaat. Waarom negeert NASA dit en houdt ze het publiek opzettelijk onwetend van deze veranderingen? Russische wetenschappers doen veel beter hun werk en durven uiteindelijke conclusies te trekken. En waarom nemen de Verenigde Staten de globale opwarming niet serieus? Als ze dit wel deden, waren ze wel komen opdagen op de Kyoto-conferentie over klimaatbeheersing en de reducties van kooldioxide-uitstoot. Economische belangen vormen waarschijnlijk de belangrijkste motivaties achter beide ontkenningen; het lijkt erop dat ze geen paniek willen zaaien die hun economische belangen zou kunnen schaden.
Er blijkt overtuigend wetenschappelijk bewijs te zijn om te suggereren dat het leven op aarde een transformatie ondergaat die veroorzaakt wordt door de energetische veranderingen die zich voordoen in ons zonnestelsel. Wetenschappers hebben ontdekt dat biologische, chemische, natuurkundige en zelfs biologische trends gerelateerd zijn aan de bewegingen van onze planeten en de activiteit van de zon. Dit suggereert dat de evolutie zich voltrekt binnen de grenzen van welgedefinieerde cycli. De meest belangrijke kosmische cyclus lijkt de precessiecyclus te zijn van 25.920 jaar.
De esoterische vedische kosmologie schilderde de menselijke evolutie af als een reis door de wereldtijdperken of Yugas. Volgens de vedische kosmologie gaan we nu een nieuw tijdperk binnen in de menselijke evolutie, de Gouden Eeuw.
Het binnengaan van de Gouden Eeuw lijkt ook gerelateerd te zijn aan de eindtijd profetieën van de Maya-kalender voor het jaar 2012. John Major Jenkins heeft voldoende aanwijzingen gevonden die aantonen dat de antieke culturen en spirituele tradities wereldwijd kennis hadden van de precessie van de aarde. Hij gelooft dat de Ouden wereldwijd artefacten en mythen hebben achtergelaten die ons vertellen over de importantie van de precessie en de zonnewende galactische uitlijning die zal plaatsvinden rond het jaar 2012. Het jaar 2012 lijkt de convergentie te zijn van de galactische uitlijning, het zonnemaximum en de Venus-transitie.
Het gehele boek door hebben we de relaties trachten aan te geven die bestaan tussen klassieke Oosterse wijsheid en de huidige wetenschappelijke ontdekkingen over onze kosmos. De klassieke Oosterse tradities waren niet de enige tradities die een kosmologie in leven hielden die onze wetenschappers nu begin te bevestigen. In het volgende hoofdstuk zullen we een kijkje gaan nemen in de Bijbel en ontdekken hoe ook hierin kennis uit de Oudheid bewaard is gebleven.
|